What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
TC A2 2.2 groot groter grootst
groot - groter - het grootst
TaalCompleet A2
thema 2.2
oefeningen uit Van A tot Zin
Carolien
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
groot - groter - het grootst
TaalCompleet A2
thema 2.2
oefeningen uit Van A tot Zin
Carolien
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
voorbeeld: vul in
klein _______________ _________________
klein
kleiner het kleinst
Slide 7 - Slide
lang _______ ________
Slide 8 - Open question
langzaam _______ ________
Slide 9 - Open question
zwaar _______ ________
Slide 10 - Open question
__________ groter __________
Slide 11 - Open question
____________ ___________ het oudst
Slide 12 - Open question
_________ duurder __________
Slide 13 - Open question
____________ ____________ het sterkst
Slide 14 - Open question
jong ________ _________
Slide 15 - Open question
Welke zin is goed?
A
Lisa is jong dan Anna.
B
Lisa is jonger dan Anna.
C
Lisa is het jongst dan Anna.
Slide 16 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Het kind is klein
B
Het kind is kleinst
Slide 17 - Quiz
Welke zin is goed?
A
De oma is het oud.
B
De oma is het ouder.
C
De oma is het oudst.
Slide 18 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Een auto is duur dan een fiets.
B
Een auto is duurder dan een fiets.
C
Een auto is duurst dan een fiets
Slide 19 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Een vliegtuig is snel.
B
Een vliegtuig is sneller een auto.
C
Een vliegtuig is snelst.
D
Een vliegtuig is het snelst dan een auto.
Slide 20 - Quiz
een verhaaltje over sport
Schrijf de goede vorm van het woord tussen (haakjes)
Slide 21 - Slide
Ik sport graag. Ik houd van voetbal, ik houd nog ........ (veel) van tennis.
Slide 22 - Open question
Maar ik zit nog ........ (graag) op de fiets.
Slide 23 - Open question
Ik fiets ............. (snel) dan de meeste mensen.
Slide 24 - Open question
Bij een wedstrijd wil ik het .......... (snel) zijn.
Slide 25 - Open question
Voor een wedstrijd train ik .............. (vaak) dan normaal.
Slide 26 - Open question
Mijn spieren worden zo steeds ........... (sterk)
Slide 27 - Open question
De spieren van mijn benen zijn het ...... (dik)
Slide 28 - Open question
Ik leef ook ............ (gezond) dan normaal.
Slide 29 - Open question
Ik ga ............ (vroeg) naar bed en ik eet ................. (goed)
Slide 30 - Open question
Ik eet bijvoorbeeld ............. (weinig) snoep.
Slide 31 - Open question
Ik denk dat ik de wedstrijd ga winnen, want ik fiets het ............ (goed)!
Slide 32 - Open question
More lessons like this
TC A2 2.2 groot groter grootst
September 2023
- Lesson with
27 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
De trappen van vergelijking
June 2023
- Lesson with
36 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
TC A2 2.2 groot groter grootst
September 2024
- Lesson with
18 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
Introductieles 6612_19.01.21
January 2021
- Lesson with
25 slides
NT /alfa
Hoger onderwijs
1/12/22
November 2022
- Lesson with
10 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
TC A2 3.2 omdat als (CdG)
July 2023
- Lesson with
26 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
Afsluitende quiz
October 2020
- Lesson with
11 slides
by
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Hebben en zijn
July 2024
- Lesson with
29 slides
NT2
Secundair onderwijs