Chapter 2 - Revision

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welcome back 

Start opdracht: 

- Please study words chapter 2 

in silence for 15 minutes. 

What are we going to do today? 

- Grammar revision 

- Test Yourself in your online book 

Vragen & ontkenningen maken 

Stap 1

Staat er een vorm van to be (am/are/is) of een hulpwerkwoord of have/has got in de zin? Dan zet je die vooraan om een vraag te maken. 

I have got a dog - Have I got a dog? 

She is so nice - Is she so nice? 

Vragen & ontkenningen maken

Stap 2: 

Je zet do/does dan vooraan in de zin gevolgd door de persoonsvorm. 

bij he/she/it gebruik je does. 

Do I look good? 

Does she look good? 

Vragen & ontkenningen maken 

Om een ontkenning te maken zet je het woordje not achter het werkwoord. 

 

Staat er geen have/has, vorm van to be, of hulpwerkwoord in dan gebruik je: 

don't : I, you, we, you, they. 

doesn't: she/he/it 

Maak ontkennend:
She is a nice girl.

Maak ontkennend:
They help me a lot.

Make a question:
They have got five different houses.

Make a negation:
She loves to go to the beach.

Make a question:
He tells me that he is your best friend.

Make a negation:
It is beautiful outside today.

Word order

de woordvolgorde in het Engels gaat als volgt: 

wie      doet     wat     waar       wanneer 

Max    wears  a t-shirt to bed every night. 

I           drink   a cup of tea at school everyday 

Zet in de juiste volgorde:
a present - Jane - today - bought

Zet in de juiste volgorde:
have got - we - hours - two - lessons - for

Maak vragend:

She has got six brothers.

1. Does she has got six brothers?
2. Has she got six brothers?

Maak vragend:
Ingrid talks a lot.

Maak ontkennend:
I go to gymnastics twice a week.

1. I don't go to gymnastics twice a week.
2. I gon't to gymnastics twice a week.

Maak ontkennend:
She is growing fast.