This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welkom
Stof tot nadenken: toetsweek 2
Spelling: gebiedende wijs (2.9)
Tegenwoordig deelwoord/onvoltooid deelwoord (3.9)
Slide 2 - Slide
boek blz. 145
maak de instapopdracht;
GEBIEDENDE WIJS;
theorie blz. 145 e.v.;
opdracht 3, 4 en 5.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Verschillende toepassingen
Bevel;
advies;
opdracht/instructie;
waarschuwing;
verbod;
zie tabel op blz. 146!
Slide 5 - Slide
Gebiedende wijs
In een zin in de gebiedende wijs staat geen onderwerp. De gebiedende wijs is hetzelfde als de ik-vorm van het werkwoord en die staat op de eerste plaats in de zin. Vaak eindigt de zin met een uitroepteken!
Slide 6 - Slide
Voorbeelden
Zit eens stil.
Loop eens door.
Bied je excuses aan!
Slide 7 - Slide
Bedenk zelf 3 voorbeeldzinnen in de gebiedende wijs. Kies uit: bevel, advies, opdracht/ instructie, waarschuwing, verbod.
Een voltooid deelwoord staat niet als enig werkwoord in de zin. Er staat ook een persoonsvorm bij. Je vindt het VD door onderstaande zinnetjes te gebruiken.
Ik heb….. repareren - ik heb gerepareerd Ik ben…. komen - ik ben gekomen Hij is… foppen - hij is gefopt
Slide 10 - Slide
hulpmiddeltje
‘T (x) KoFSCHiP
Staat de laatste letter van de stam in ‘t (x)kofschip, dan schrijf je aan het eind een –t-, staat die er niet in, dan schrijf je een –d- aan het eind.
Het gaat om de medeklinkers.
Slide 11 - Slide
voorbeelden
foppen stam: fop (-p- staat in ’t kofschip, dus een t aan het eind) jij bent gefopt
repareren stam: reparer (-r- staat niet in ’t kofschip, dus een d aan het eind) jij hebt gerepareerd
Slide 12 - Slide
lastig
- De sterke werkwoorden (sluiten - gesloten, zijn - geweest)
- De woorden die in het hele werkwoord een v of een z hebben en bij de ik-vorm eindigen op een f of een s. De stam eindigt wél op een -v of -z! vrezen - vrees (dit is ik-vorm!) - gevreesd (De stam is onderstreept) erven - erf (ik-vorm) - geërfd
Slide 13 - Slide
Heeft de docent het verslag al beoordeel...
A
beoordeelt
B
beoordeeldt
C
beoordeeld
Slide 14 - Quiz
Het (beoordelen) verslag ligt op tafel.
A
Beordelde
B
beoordeelde
Slide 15 - Quiz
Werkwoorden
bijvoeglijk? zo klein mogelijk.
Mits de uitspraak........
Slide 16 - Slide
De (vergroten) foto wordt een leuk cadeau!
A
vergrootten
B
vergroote
C
vergrote
D
HUH?
Slide 17 - Quiz
Is het riviertje dicht geslib...?
A
geslibt
B
geslibd
Slide 18 - Quiz
Zijn jullie buren onlangs verhuis...?
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisdt
Slide 19 - Quiz
Het onvoltooid deelwoord
- Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat de actie nog niet
'voorbij' is.
- Je schrijft een OD altijd als: het hele werkwoord + d