HERHALINGSWEEK K3

Richard
Ayberk
. Nijdar
Richard
Zahra
Hajar
Reyhan
Selin
Taqwiim
Safouane 
Noor
Oummaya
Beray
Malak
Rafaellla 
Churda
Tala
Lam-Yea
Docent
Raouae
Lyshana 
Satwat
Oumaima Abechtah
Achraf
Ilseris 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Richard
Ayberk
. Nijdar
Richard
Zahra
Hajar
Reyhan
Selin
Taqwiim
Safouane 
Noor
Oummaya
Beray
Malak
Rafaellla 
Churda
Tala
Lam-Yea
Docent
Raouae
Lyshana 
Satwat
Oumaima Abechtah
Achraf
Ilseris 

Slide 1 - Slide

Startklaar
Ik heb mijn laptop bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak
Ik eet en drink niet in de klas


Slide 2 - Slide

Herhalen Hoofdstuk 1 Stepping Stones
Goals for today:
  • I can give short answers in English
  • I can use prepositions of time correctly
lesson 1

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slim stampen
Extra Oefenen Stone 1

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Herhalen Hoofdstuk 1 Stepping Stones
Goals for today:
  • I can talk about the future
  • I can use WILL and BE GOINT TO correctly
lesson 2

Slide 9 - Slide

Study: 
  • Stone 2/blz. 14/Textbook
  • Grammar Toekomende tijd: will en going to/blz. 15/ Textbook



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Will + hele werkwoord

- Better bring an umbrella. It'll probably rain tonight.

 (voorspelling zonder bewijs)

- I'll help you with those boxes.    (aanbod)

- I will return your book tomorrow! (belofte)

- We will be on time! (aankondiging)


Slide 12 - Slide

To be going to + hele werkwoord

- iemand is iets wel/niet van plan in de toekomst.

He's going to live in Amsterdam, after he turns 18.
- voorspelling doen met bewijs.

Look at those dark clouds. It's going to rain.

VORM: am/are/is + going to + hele ww

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

In welke tijd staat deze zin?

We played football yesterday.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 15 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?

I walk to school every day.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 16 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?

Ilias says he will help us with our homework.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 17 - Quiz

study
-woordjes oefenen Hoofdstuk 1/blz. 17,18

-voorzetsels van beweging/blz.23

 


Slide 18 - Slide

Herhalen Hoofdstuk 1,2 Stepping Stones
Goals for today:
  • I can use the vocabulary from Chapter 1&2 correctly
  • I can use PREPOSITIONS OF MOVEMENT (voorzetsels van beweging) correctly
lesson 3, 4

Slide 19 - Slide

PREPOSITIONS of MOVEMENT ?
What do you remember about...

Slide 20 - Slide

p.142

Slide 21 - Slide

p.143

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Stepping Stones --> Slim Stampen-->Extra Oefenen Grammar 4

Slide 24 - Slide

To sum up...
  • PREPOSITIONS OF TIME ....... ?
  • PREPOSITIONS OF MOVEMENT.....?

Slide 25 - Slide

HOMEWORK
Study:

Alle stones + Grammar 5 MODALS (Hulpwerkwoorden)- TEXTBOOK

Slide 26 - Slide

Herhalen Hoofdstuk 1,2 Stepping Stones
Goals for today:

  • I can use MODAL VERBS /should, have (got) to, must / correctly
lesson 5

Slide 27 - Slide

SHOULD

Slide 28 - Slide

Je gebruikt must (musn`t) + het hele werkwoord als jij vindt dat iets (niet) moet. Must is krachtiger dan should.

-You must wear special goggles.
-You musn`t go to that film.
MUST+het hele werkwoord

Slide 29 - Slide

Have to/has to gebruik je om te zeggen dat iets noodzakelijk of verplicht is.
-We have to wear a school uniform. / verplicht/
-I have to go now, or I will be late. /noodzak/
have to/has to+het hele werkwoord

Slide 30 - Slide

Stepping stones -->Chapter 2-->Slim stampen -->Extra oefen Grammar 5

Slide 31 - Slide