Les 3

1 / 32
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

- Vergroot de afbeelding op het bord en bevries het scherm.
- Ga zelf terug naar deze dia om de instructies te lezen.

- Vraag de leerlingen:
   - Wat zie je op het plaatje? (een klok)
   - Je ziet grote getallen.
   - We tellen de grote getallen: 1, 2, ..., 12.
   - Nu tellen we de kleine groene getallen: 13, 14, ..., 24.

- Teken een tijd op de klok: eerst 8 uur.
- Vraag: Hoe laat is het? Het is 8 uur. Het is 8 uur.
- Wijs op het grote getal.
- Zeg: Het is 20 uur. 8 uur is 's ochtends. 20 uur is 's avonds.

- Behandel zo nog twee tijden (2 uur en 6 uur.

- Laat de leerlingen nazeggen:
   - 8 uur of 20 uur, dat is 8 uur 's ochtends of 8 uur 's avonds.
   - 2 uur of 14 uur, dat is 2 uur 's nachts of 2 uur 's middags.
   - 6 uur of 18 uur, dat is 6 uur 's ochtends of 6 uur 's avonds.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welke seizoenen ken je?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 27 - Mind map

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide