Fase 2, periode 3, les 5 lezen: zoekend en intensief

Fase 2
zoekend lezen
intensief lezen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fase 2
zoekend lezen
intensief lezen

Slide 1 - Slide

Zoekend lezen
  • Gebruiksaanwijzingen
  • Handleidingen
  • Algemene voorwaarden 

Grote lappen tekst.
Tijdens een examen: nooit van voor tot achter doorlezen!

Slide 2 - Slide

Zoekend lezen

Slide 3 - Slide

Zoekend lezen
  • Inhoudsopgave? Maak er gebruik van!
  • Tussenkopjes
  • Eerste twee zinnen van een betreffende alinea lezen. 

Slide 4 - Slide

Intensief lezen
  • Lees en bekijk: titels, tussenkopjes, afbeeldingen, bron.
  • Lees de inleiding en het slot en probeer een beeld van de tekst te vormen. Wat zou het doel van de tekst zijn?
  • Lees de hele tekst aandachtig door. Probeer te achterhalen wat onduidelijke woorden kunnen betekenen: door een zin ervoor en erna nog eens te lezen. 

Slide 5 - Slide

opdracht
  • Lees de tekst 'Sportbeha' intensief. 
  • Lees de 7 vragen. 
  • Schrijf je antwoord op.  

20 minuten voorbereiding

  • Daarna kijken we na met behulp van deze LessonUp. 

Slide 6 - Slide

1. In alinea 4 staat: ‘Anderen zijn sceptisch.’ Waaruit blijkt dat anderen sceptisch zijn?
A
In de eredivisie gebruiken anderen het ook.
B
De sensor is bevestigd aan het kledingstuk, dat wil men niet.
C
De nieuwe trainer schafte het gebruik gelijk af.
D
Er is op deze manier te veel informatie voor de trainer.

Slide 7 - Quiz

2. In alinea 7 worden twee redenen genoemd om de sportbeha te gebruiken. Twee redenen hieronder zijn goed, één is fout. Welke?
A
Voorkomen van blessures.
B
Gewend raken aan de wedstrijdintensiteit.
C
Grote stappen zetten met goede trainingen.

Slide 8 - Quiz

3. In alinea 14 zegt De Leeuw: ‘Confronterend is het niet’. Wat bedoelt hij daarmee?
A
Verschillende posities in het veld, geven een verschillend beeld.
B
Dat Ronaldo wel een bal op zijn rug kan aannemen en hij niet.
C
Dat iedereen de cijfers ziet hangen, dus dat is niet erg.

Slide 9 - Quiz

4. Welke twee verschillen zijn er tussen de lps-tracker en het lpm-systeem?
A
Lpm is duurzamer en minder zwaar.
B
Lpm is nauwkeuriger en duurder.
C
Lpm is goedkoper en minder nauwkeurig.
D
Lpm is gebruiksvriendelijker en duurder.

Slide 10 - Quiz

5. Om welke twee redenen gebruikt FC Emmen het gps-systeem van Johan Sports? Kies er 1.
A
Goedkoper
B
Nauwkeuriger
C
Het vastleggen van de arbeid voor de optimalisatie van de fitheid van het team.
D
Het vastleggen van de arbeid voor de optimalisatie van de potentie van het team.

Slide 11 - Quiz

6. Waar moet je volgens Eppinga voor oppassen als een voetbalclub het platform van Johan Sports gaat gebruiken?
A
Niet iedereen kan bij de gegevens komen.
B
Elke leek kan er naar kijken, maar je hebt een expert nodig om de cijfers goed te interpreteren.
C
Dat er niet te veel geld in geïnvesteerd wordt.
D
Dat andere clubs er ook gebruik van kunnen maken.

Slide 12 - Quiz

7. Leg uit waarom de aanschaf van het systeem voor FC Emmen wel of niet een goede keuze was.
A
Goede keuze, want de spelers worden er fitter door.
B
Goede keuze, want het bespaard een hoop geld.
C
Geen goede keuze, want niet iedereen interpreteert de gegevens goed.
D
Geen goede keuze, want het systeem is niet nauwkeurig genoeg.

Slide 13 - Quiz

opdrachten StartTaal
Lezen | opbouwopdrachten | Zoekend lezen

oefening 4, 5

Lezen | opbouwopdrachten | Intensief lezen
oefening 4, 5








Slide 14 - Slide