Economisch bekeken - H3.3 Kijk op cijfers - KGT

3.3. Kijk op cijfers 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.3. Kijk op cijfers 

Slide 1 - Slide

- Herhalen
- Nieuwe stof
- Huiswerk nakijken
- Zelfstandig aan de slag
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • de cijfers van bedrijven met elkaar vergelijken;
  • de winstgevendheid en groei van bedrijven berekenen;
  • rekenen met procenten.
Wat gaan we leren?

Slide 4 - Slide

  • Grote bedrijven hebben een grotere omzet, inkoopwaarde en brutowinst, dan kleine bedrijven. 
  • Toch kunnen kleine bedrijven
     beter presteren.
  • Bedragen van beide bedrijven
      vergelijken kan niet.
Bedragen vergelijken

Slide 5 - Slide

  • Om te kijken hoe een bedrijf presteert kun
     je ze vergelijken met de percentages van
     andere bedrijven.
  • De inkoopwaarde, brutowinst,
      bedrijfskosten en nettowinst kun je
      uitdrukken in procenten van de omzet.
  • Dat doe je zo: deel / geheel x 100%!


Percentages vergelijken
%
%

Slide 6 - Slide

De omzet van het Pannenkoekschip is € 150.000,-. De nettowinst is € 22.500.-. 

  • Vraag: Hoeveel bedraagt de nettowinst
     uitgedrukt in een percentage van de 
     omzet?
  • Antwoorden: Deel / geheel x 100% =
     € 22.500,- / € 150.000,- x 100% = 15%
  • Door dit te vergelijken met andere
     bedrijven kun je zien of je bedrijf het beter
     of slechter doet dan andere bedrijven.
VOORBEELD

Slide 7 - Slide

Als je de groei of krimp de omzet wilt weten in procenten dan zet je deze stappen:
  • Bereken de groei van de omzet
  • Deel de groei door de oude omzet
  • Vermenigvuldig de uitkomst met 100
  • Antwoord boven nul = stijging
     Antwoord onder nul = daling

Stijging of daling in procenten

Slide 8 - Slide

In jaar 1 had een bedrijf een omzet van
€ 60.000,- in jaar 2 was de omzet € 72.000,-.

  • Vraag: Bereken met hoeveel procent de omzet is gestegen.
  • Antwoorden: Stap 1. (Nieuwe omzet - oude omzet) = € 72.000,- min € 60.000,- =
    € 12.000,-
    Stap 2: Deel de groei door de oude omzet!
    € 12.000,- / € 60.000,- = 0,2
    Stap 3: Vermenigvuldig met 100 = 20%
VOORBEELD

Slide 9 - Slide

  • Je kunt nu de omzetstijging of
      een andere vorm gaan vergelijken
      met de omzetstijging van andere
      bedrijven.  
  • Als jouw bedrijf een hogere
     stijging heeft doe je het beter dan
     andere bedrijven.
Wat heb je hier nou aan?

Slide 10 - Slide

VRAGEN?

Slide 11 - Slide

Sander heeft voor school een nieuw laptop nodig. Hij heeft een MacBook gezien die normaal € 1.600,- kost. Deze Macbook is nu te koop voor € 1.280,-.
Vraag:
Hoeveel procent korting heeft Sander gekregen?
OPDRACHT

Slide 12 - Slide

rente
Sander heeft voor school een nieuw laptop nodig. Hij heeft een MacBook gezien die normaal € 1.600,- kost. Deze is nu te koop voor € 1.280,-.

  • Stap 1: Welke formule heb ik nodig?
  • (Nieuw − Oud) / Oud x 100% =
  • Stap 2: Uitvoeren
  • (€ 1.280,- − € 1.600,-) / € 1.600,- x 100% = - 20 %
  • Oplossing
  • Sander kreeg 20% korting op de MacBook.
ANTWOORDEN

Slide 13 - Slide

Huiswerk
  • Maak de introductievragen (opdracht 1 t/m 5) op pagina 80 en 81.
  • Klaar? Leer dan alvast de begrippen van paragraaf 3.1 en 3.2 
  • Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!



Slide 14 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhalen
- Hulpblad
- Opdrachten nakijken
- Huiswerk

Slide 15 - Slide

Bedankt en succes vandaag!

Slide 16 - Slide


  • Herhalen
  • Huiswerk nakijken en bespreken
  • Zelfstandig aan de slag
  • (Als er goed gewerkt is een kahoot)
Wat gaan we vandaag doen?

Slide 17 - Slide

Omzet 500.000 euro
Inkoop 350.000 euro
Brutowinst 150.000 euro
Hoeveel is de brutowinst uitgedrukt in een percentage van de omzet?
Herhaling rekenvraag

Slide 18 - Slide

Omzet 2021= 250.000 euro
Omzet 2022= 225.000 euro
Hoeveel is de omzetgroei?
Herhaling rekenvraag

Slide 19 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 9 t/m 11 van hoofdstuk 3.3
     op bladzijde 82 en 83

Huiswerk

Slide 20 - Slide


  • Herhalen
  • Opdrachten nakijken en bespreken
  • Zelfstandig aan de slag
Wat gaan we vandaag doen?

Slide 21 - Slide

Omzet 500.000 euro
Inkoop 350.000 euro
Brutowinst 150.000 euro
Bedrijfskosten 97.000
Hoeveel is de nettowinst uitgedrukt in een percentage van de omzet?
Herhaling rekenvraag

Slide 22 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgave 12 van hoofdstuk 3.3
     op bladzijde 83 en rekentrainer paragraaf 3 op pagina 100

Huiswerk

Slide 23 - Slide


  • Opdrachten nakijken en bespreken
  • Zelfstandig aan de slag
Wat gaan we vandaag doen?

Slide 24 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  •  Rekentrainer paragraaf 3 op pagina 100

Huiswerk

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide