8.2 Meetellen - huiswerk

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

8.2 Meetellen

Lees pagina's 120 t/m 124, behalve de vragen.

Bij welke religie hoort de eerste communie?

1. Jodendom
2. Islam
3. Katholieke kerk
4. Geen van alle

Google: wat betekent 'onmondig'

1. Slecht in spreken
2. Niet voor jezelf op kunnen komen
3. Voor jezelf op kunnen komen
4. Niet kunnen spreken

Bij verantwoordelijkheid voor je eigen leven hoort

1. Bekennen en straf ondergaan
2. Ontkennen
3. Straf krijgen
4. Reïncarnatie

De Bar of Bat Mitswa hoort bij welke religie

1. Indianen
2. Boeddhisme
3. Christendom
4. Jodendom

Bar of Bat Mitswa betekent

1. Zoon of dochter van de Rabbi
2. Je kan lezen uit de Thora
3. Je bent 12 of 13 geworden
4. Zoon of dochter van de wet

In de Katholieke kerk moet je kiezen om erbij te horen... dat heet:

1. Vormsel
2. Doop
3. Belijdenis
4. Vormeling

Bij welk ritueel zeg je: het gaat er niet om hoe ik eruit zie, het gaat erom hoe ik ben als mens

1. Als je belijdenis aflegt
2. Als een monnik besluit Boeddha te volgen en in het klooster te wonen
3. Als een monnik een pluk haar afknipt en dat aan de leerling geeft
4. Als de leerling al zijn haar afscheert

Google: hoe oud is een puber (P) en hoe oud een (J) jong volwassene?

1. P: 12-20 J: 20-30
2. P: 10-22 J: 20-40
3. P: 15-25 J: 25-40
4. P: 10-20 J: 20-40

Geef een voorbeeld van een ritueel dat je hebt meegemaakt waaruit blijkt dat je (meer) meetelt als volwassene. Denk ook aan de rituelen van atheïsten (niet gelovigen) op pagina 123.

Geef 5 voorbeelden van dingen die je nu nog niet mag, maar over 10 jaar wel

Welke van de volgende vragen is een verdiepende vraag OF de beste verdiepende vraag die je aan een jongvolwassene kan stellen:

1. Drink je alcohol?
2. Is alcohol lekker?
3. Op welke partij stem je?
4. Hoe denk je over het alcoholverbod tot 18 jaar?

Welke van de volgende vragen is een verdiepende vraag OF de beste verdiepende vraag die je aan een 65 plusser kan stellen:

1. Hoe voelde je je toen je wist dat je meetelde?
2. Vanaf welke leeftijd telde je mee?
3. Wat mocht jij doen toen je begon mee te tellen?
4. Tel je nog mee?