Een duidelijke opbouw (spreekschema)
Inleiding
Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp.
Stel jezelf voor.
Vertel zo nodig hoe je presentatie is opgebouwd.
Maak duidelijk wanneer het publiek vragen kan stellen.
Middenstuk
Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.
Gebruik signaalwoorden als eerst, daarna en vervolgens om de verbanden tussen de deelonderwerpen duidelijk te maken (zie
Slot
Geef een korte samenvatting of conclusie.
Sluit je presentatie af met een opvallende uitspraak of bijvoorbeeld een tip.
Vraag of er nog vragen zijn.
Bedank het publiek.