1.5 Allemaal anders

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

1.5 Allemaal anders

Wat is ontwikkeling?

1. Het groter en zwaarder worden van een organisme
2. Een groeispurt
3. Een vlinder
4. Verandering in de bouw van een organisme

Wat is een organisme?

1. Een steen
2. De evolutie theorie van Darwin
3. Een levend wezen
4. Een vaatdoek

Sleep de levensfase naar het goede plaatje

Oudere

Adolescent

Schoolkind

Puber

Volwassene

Baby

Peuter

Kleuter

Een kiem bestaat uit een klein worteltje, een stengeltje en blaadjes. Welk onderdeel komt als eerst te voorschijn als de bonen kiemen?

Welk deel van de boon bevat reservevoedsel?

Wat zijn de 7 levenskenmerken?

Leerdoelen

1.5.11 Je kunt aanpassingen bij planten noemen.

1.5.12 Je kunt aanpassingen bij dieren noemen.

Dieren en planten moeten zich voeden, verdedigen en voortbewegen. Dat doet elke soort op zijn eigen manier.

Uitleg basisstof 1.5 Allemaal anders

Aanpassingen

Alle organismen hebben aanpassingen ondergaan voor hun manier van leven in de omgeving waar ze dat doen. 

Hoe heeft de poolvos zich aangepast aan zijn omgeving?

1. kleur vacht valt niet op in de omgeving
2. hij kan heel erg goed sluipen
3. zachte vacht zorgt voor warmte
4. kleine oren daardoor minder verlies van warmte

Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?

1. doordat hij wit is
2. doordat hij hele grote oren heeft
3. door hard te rennen

Gestroomlijnd

kop,romp en staart gaan geleidelijk in elkaar over

Aanpassingen

Aanpassingen aan:

• hun manier van leven
• de omgeving 
• handig voor functies: ademhaling, beweging, voeding, verdediging & voortplanting
  

Allemaal anders

Leefomgeving

Dieren die in het water leven zijn hierop aangepast. 

Ze zijn allemaal gestroomlijnd.

Een landplant in een vochtige omgeving. Niet veel wortels nodig. Grote bladeren--> veel fotosynthese.

Een landplant in een droge omgeving. Aanpassing om uitdroging te voorkomen.

Veel wortels en dikke bladeren.

Allemaal anders

Voeden

Vogels hebben verschillende snavels, aangepast aan het voedsel dat ze eten.

Allemaal anders

Voeden

Alle dieren hebben aanpassingen aan hun voedsel.

Allemaal anders

Voortbewegen 

De manier van lopen is een aanpassing aan de ondergrond waarop het dier leeft.

• Zoolganger
• Teenganger
• Topganger

Welke dieren zijn zoolgangers?

1. Mens en kameel
2. Mens en beer
3. Kameel
4. Geen van allen

Een zoolganger....

1. Heeft zooltjes zoals een kat of hond
2. Zet zijn gehele voet op de grond, van teenkootjes tot hielbeen
3. Loopt het liefst niet op blote voeten

Allemaal anders

Verdedigen

Planten verdedigen zich tegen vijanden door

- stekels

- brandharen

- gifstoffen

Zo zorgen ze ervoor dat ze niet opgegeten worden

Allemaal anders

Verdedigen

Ook dieren verdedigen zich, bijvoorbeeld door:

- stekels

- schutkleuren

- gif

- pantser

- gevaarlijk lijken

Aan het werk!

Wat? 1.5 Allemaal anders- opdrachten 

Waar? in boek A

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.

Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 

Heb je vragen? Mag je bij het bureau komen

Klaar? Kijk het dan na!