1. Je weet het verschil tussen regionale en sociale ongelijkheid 2. Je begrijpt het verband tussen levensomstandigheden en ontwikkeling 3. Je oefent met oorzaak - gevolg.... 4. Par. 1.1 & 1.2 af + nagekeken + begrepen
Slide 10 - Slide
Wat is regionale ongelijkheid?
A
Verschillen tussen mensen in het ene en andere gebied
B
Verschillen in welvaart tussen het ene en andere gebied
Slide 11 - Quiz
Sterkte
Zwakte
Kans
Bedreiging
Olie industrie
Grote afzetmarkt
Groeiende bevolking
Nollywood
Regionale ongelijkheid
Boko Haram
Veel geschikte landbouwgrond
Engelssprekend
zwakke infrastructuur
Slide 12 - Drag question
Wat zijn de vier eerste levensbehoeften van een mens?
Onderwijs
Huisvesting
radio en tv
voedsel
openbaar vervoer
electriciteit
Gezondheids-zorg
Vrijheid van meningsuiting
Slide 13 - Drag question
Sociale ongelijkheid gaat over...
A
Verschillen in inkomen tussen groepen mensen
B
Verschillen in inkomen tussen gebieden (landen, steden, wijken)
Slide 14 - Quiz
Is er in Nederland veel of weinig sociale ongelijkheid?
A
Veel
B
Weinig
Slide 15 - Quiz
Sociale ongelijkheid is
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden
Slide 16 - Quiz
Regionale of sociale ongelijkheid? Veel meisjes in Afrika kunnen niet naar school?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid
Slide 17 - Quiz
Heb je in deze les iets geleerd wat je nog niet wist?