Basisstof 4.6 zwangerschap + 4.8 geboorte





Voortplanting
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson





Voortplanting

Slide 1 - Slide

Eileider
Schaamlippen
Eierstok
Clitoris
Vagina
Urineblaas
Baarmoeder

Slide 2 - Drag question

Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina

Slide 3 - Drag question

Zaadbal
Zaadleider
Bijbal
Blaas
Zwellichaam
Prostaat
Urinebuis

Slide 4 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
Te
teelballen
zaadleiders
de prostaat
bijballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe

Slide 5 - Drag question

Lesdoelen
-Ik kan beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt
-Ik kan beschrijven hoe een zwangerschap verloopt
-Ik kan uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen
-Ik kan beschrijven hoe een bevalling verloopt

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Bevruchting
= samensmelten zaadcel en eicel

Slide 8 - Slide

Innesteling
Bevruchte eicel deelt zich--> klompje cellen
Embryo = tot 8 weken
Foetus = vanaf 8 weken

Slide 9 - Slide

Placenta
  • Hiernaast zie je een plaatje van een embryo in de placenta .
  • Een ander woord voor placenta is 'moederkoek'. 
  • Via de placenta krijgt het embryo voedingsstoffen van de moeder.(bloedvaten lopen vlak langs elkaar heen)

Slide 10 - Slide

Navelstreng
  • De navelstreng is de verbinding tussen placenta en embryo.
  • De navelstreng zorgt dat het embryo voedingsstoffen krijgt. 
  • Afvalstoffen van het embryo gaan via de navelstreng naar de placenta. 

Slide 11 - Slide

vruchtvliezen en vruchtwater
  • Vruchtvliezen liggen om het embryo heen. 
  • In de vruchtvliezen bevindt zich het vruchtwater -->  beschermt het embryo tegen stoten, uitdro-ging en wisseling van temperatuur. 
  • Het embryo kan in vruchtwater gemakkelijk bewegen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Echoscopie:
  • Met behulp van geluidsgolven wordt een beeld gemaakt.
  • Kijken hoe lang zwanger
  • Kijken of baby goed groeit.
  • Na 20 weken uitgebreidere echo: kijken of er zichtbare afwijkingen zijn (bijv. een hartafwijking)
  • Pretecho

Slide 14 - Slide

Prenataal onderzoek
=Onderzoek, voor de geboorte, om te kijken naar de gezondheid van een kind in de baarmoeder. Afwijkingen bij het ongeboren kind kunnen zo worden opgespoord. 

Combinatietest
  • Bloedonderzoek + nekplooimeting (echo)
  • Vaststellen of er kans is dat een kindje downsyndroom heeft

Slide 15 - Slide


NIPT:
  • Bij de moeder wordt een beetje bloed geprikt. In dit bloed zit DNA van de foetus
  • Het DNA bevat de informatie voor erfelijke eigenschappen van de baby
  • De arts onderzoekt het DNA op afwijkingen.



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- de ontsluiting
- de uitdrijving
- de nageboorte

Slide 18 - Slide


Baarmoederhals en -wand worden wijder     
Weeën = samentrekkingen baarmoederwand
Vruchtvliezen breken
Ontsluiting=  

Slide 19 - Slide

Uitdrijving
Weeën worden krachtiger. Persweeën duwen het kindje naar buiten.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Na de bevalling
= Placenta, 
vruchtvliezen, navelstreng 
Navel = litteken

Slide 22 - Slide

Aan het (huis) werk
Lezen blz. 62 t/m 66  
Maak opdracht 1+2+3+4 (basisstof 4.6)

Lezen blz. 82 t/m 84
Maak opdracht 1+4 (basisstof 4.8)


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video