Werking van het oor
1 / 28
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Trommelvlies
Gehoorzenuw
Gehoorgang
Oorschelp
Slakkenhuis
Gehoorbeentjes
Slide 3 - Drag question
Binnenoor
Buitenoor
Middenoor
Haarcellen
Brein
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
We dekken 1 oor af en laten een geluid horen in de klas. Wat zal er gebeuren?
A
Het geluid zal veel stiller klinken
B
Het geluid lijkt uit alle richtingen tegelijk te komen
C
Het geluid zal veel luider klinken
D
Er gebeurt nog iets helemaal anders
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Wat is er gebeurd?
A
Het geluid klonk veel stiller
B
Het geluid leek uit alle richtingen tegelijk te komen
C
Het geluid klonk veel luider
D
Er gebeurde nog iets helemaal anders
Slide 8 - Quiz
Welk principe hebben we hier aangetoond?
A
Lokalisatie
B
Oriëntatie
C
Differentiatie
D
Echolocatie
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Met welk orgaan van de mens kan je het gezicht van de uil vergelijken?
A
de ogen
B
de oorschelpen
Slide 11 - Quiz
Hoe slagen uilen erin hun prooi heel precies te lokaliseren?
A
Hun gezicht heeft de vorm van een schotelantenne
B
Ze kunnen hun hoofd 180° draaien
C
Hun oren staan op veschillende hoogte
D
Al deze antwoorden zijn waar
Slide 12 - Quiz
Waarom zou het nuttig zijn voor een uil dat zijn oren op verschillende hoogte staan?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Wat denk je dat er zal gebeuren?
A
De suikerkorrels vliegen wild in het rond
B
De suikerkorrels vormen een patroon in het midden van het vel
C
De suikerkorrels bewegen op het ritme van de muziek
D
Er gebeurt helemaal niets
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Wat is er gebeurd?
A
De suikerkorrels vlogen in het rond
B
De suikerkorrels vormden een patroon in het midden van het vel
C
De suikerkorrels bewogen op het ritme van de muziek
D
Er gebeurde helemaal niets
Slide 17 - Quiz
Welk principe hebben we hier aangetoond?
A
akoestisch signaal wordt omgezet naar mechanische trilling
B
mechanische trilling wordt omgezet naar akoestisch signaal
Slide 18 - Quiz
Hoe geven de gehoorbeentjes de geluidstrillingen versterkt door aan het binnenoor?
A
oppervlakteverschil tussen trommelvlies en stapesvoetplaat
B
door hefboomwerking van de lange hamersteel
C
omdat lucht beter trillingen geleidt dan bot
D
Al deze antwoorden zijn waar
Slide 19 - Quiz
Het binnenoor is gevuld met vocht. Waarvan zou dit een overblijfsel zijn?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Welke naam hoorde jij?
A
Laurel
B
Yanny
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Video
Dit fenomeen heet...
A
Stereofonie
B
Tonotopie
C
Pianofonie
D
Misofonie
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Middenoor
Binnenoor
Buitenoor
Op welke manier vindt geluidsoverdracht in het oor plaats? Sleep naar het juiste deel van het oor.
Mechanische trilling
Elektrisch signaal
Akoestisch signaal
Slide 27 - Drag question
Sleep de termen naar de juiste afbeelding
Tonotopie
Lokalisatie
Hefboomwerking
