1.2 Westerse Wereld kader

Westerse wereldrijken
1.2
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Westerse wereldrijken
1.2

Slide 1 - Slide

Leervragen
Hoe ontstond imperialisme?
Belangrijke vragen bij 1.2
Wat zijn de oorzaken en gevolgen van imperialisme?
Wat zijn de gevolgen van imperialisme in Azië en Afrika?
Hoe breidde Nederland zijn koloniale rijk uit?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waardoor groeide de industrie?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Waar was er meer vraag naar?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Waar haalden ze die grondstoffen vandaan?

Slide 8 - Mind map

🏵
🌴
🌴
🌴
🕳
🌴
🕳
🛢
🛢
🛢
Koffie
☕️
⚽️
🌴
🍚
🍚
🍚
🍚
🖇
🖇
🚬
🌴
🚬
Goud
🏵
🌴
🛢
🌴
🌴
☕️
🛢
🌴
🍭
🏵
🏵
☕️
Palmolie
🌴
Tabak
🚬
Aardolie
🛢
Suikerriet
🍭
Kolen
🕳
Rubber
⚽️
Rijst
🍚
Tin
🖇
Thee
🍵
🍵
🍵

Slide 9 - Slide

Wat zijn kolonies?

Slide 10 - Open question

Suriname hoorde vroeger bij Nederland. Was Suriname dan een kolonie van Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

De provincie Noord-Brabant hoort ook bij Nederland. Is dat dan ook een kolonie?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Kolonialisme ( 1500 - 1850)
- VOC en WIC
- Handelsposten en plantages in Suriname, 
de Antillen en delen van Indonesië
- Landen heersen over stukken land om te handelen en er geld aan te verdienen.
Imperialisme (1870-1914)
- Het veroveren van gebieden in Azië en Afrika door Europese landen.
- Kolonies worden helemaal bestuurd.

Slide 13 - Slide

Imperialisme
Imperialisme = Europese landen veroverden meer macht in Azië en Afrika na 1870 waardoor grote koloniale rijken ontstonden

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe heet het veroveren van gebieden door een ander land, meestal om er handel mee te drijven?
A
imperialisme
B
industriële revolutie
C
kolonialisme
D
urbanisatie

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het veroveren van gebieden in Azië en Afrika door Europese landen, meestal om die gebieden te gaan besturen?
A
imperialisme
B
industriële revolutie
C
kolonialisme
D
urbanisatie

Slide 17 - Quiz

Imperialisme in Afrika
Europese landen vochten om de verdeling van Afrika. 

Oplossing: zelf grenzen tekenen.

Welke landen hadden het meeste gebied in Afrika?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Imperialisme in Azië
Japan had zelf industrie, dus kon landen veroveren.
 
Europa had ook veel invloed in China.

 Waar was Nederland de baas?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Nederlandse wereldrijk
Koninkrijk der Nederlanden.

Welke landen?


Nederland, België, Nederlands-Indië, Suriname en Nederlandse Antillen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Link

Indonesië (Sulawesi, Sumatra, Java etc.)
Rubber- en tabaksplantages. Op Java dwongen Nederlanders boeren om suiker en koffie te verbouwen, en aan Nederland te leveren. 

Suriname en eilanden in Midden-Amerika
Slavernij op katoenplantages. Ruwe katoen werd gebruikt voor de Nederlandse textielindustrie.

Slide 25 - Slide

🏵
🌴
🌴
🌴
🕳
🌴
🕳
🛢
🛢
🛢
Koffie
☕️
⚽️
🌴
🍚
🍚
🍚
🍚
🖇
🖇
🚬
🌴
🚬
Goud
🏵
🌴
🛢
🌴
🌴
☕️
🛢
🌴
🍭
🏵
🏵
☕️
Palmolie
🌴
Tabak
🚬
Aardolie
🛢
Suikerriet
🍭
Kolen
🕳
Rubber
⚽️
Rijst
🍚
Tin
🖇
Thee
🍵
🍵
🍵

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link

Welke twee redenen zijn volgens de verslaggever belangrijk in het teruggeven van geroofde kunst?

Slide 30 - Open question

Wat zal de reden kunnen zijn dat het British Museum de stukken enkel wil uitlenen?

Slide 31 - Open question

Welke twee redenen zijn volgens de verslaggever belangrijk in het teruggeven van geroofde kunst?

Slide 32 - Open question

Wat zal de reden kunnen zijn dat het British Museum de stukken enkel wil uitlenen?

Slide 33 - Open question

Welke twee redenen zijn volgens de verslaggever belangrijk in het teruggeven van geroofde kunst?

Slide 34 - Open question

Wat zal de reden kunnen zijn dat het British Museum de stukken enkel wil uitlenen?

Slide 35 - Open question

Imperialisme
Afzetmarkten = gebied waar producten verkocht werden

Europeanisering = verspreiding van de Europese cultuur, talen, geloof en gebruiken



Slide 36 - Slide