Havo hoofdstuk 13

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

Havo hoofdstuk 13

H13: Duurzaam produceren

13.1 Groene productie

13.2 Blokschema's

13.3 Metalen

13.4 Veiligheid en milieu

Om het vet uit pinda's te halen kun je het proces volgen zoals hiernaast in een blokschema staat. Welke scheidingsmethode is methode 2

1. Filtratie
2. Extractie
3. Destilleren
4. Adsorptie

Om het vet uit pinda's te halen kun je het proces volgen zoals hiernaast in een blokschema staat. Welke scheidingsmethode is methode 3

1. Filtratie
2. Extractie
3. Destilleren
4. Adsorptie

Om het vet uit pinda's te halen kun je het proces volgen zoals hiernaast in een blokschema staat. Welke scheidingsmethode is methode 1

1. Filtratie
2. Extractie
3. Destilleren
4. Adsorptie

Op de pijlen van een blokschema staan:

1. Stoffen
2. Bewerkingen
3. Zowel A & B
4. Geen van deze antwoorden

Wat kan een blok in een blokschema niet voorstellen?

1. mengen
2. reageren
3. scheiden
4. stofstroom

In de blokken van een blokschema staan:

1. Stoffen
2. Bewerkingen
3. Zowel A & B
4. Geen van deze antwoorden

In welke tabel vind je de uitgangspunten van de groene chemie?

1. 45A
2. 67H
3. 55D
4. 97F

Welk begrip hoort op de puntjes:
... wil zeggen dat je probeert te voldoen aan de behoeften van het heden, zonder de behoeften in de toekomst te beperken.

1. Hernieuwbare grondstoffen
2. Groene chemie
3. Duurzaamheid
4. Geen van de bovenstaande

Maximale "groene chemie" is dus:

1. * AE en rendement: klein * Q en E-factor klein
2. * AE en rendement: groot * Q en E-factor groot
3. * AE en rendement: groot * Q en E-factor klein
4. * AE en rendement: klein * Q en E-factor groot

Gebruik de principes van de groene chemie, Binas tabel 97F.
Geef aan bij welk(e) principe(s) de volgende stelling hoort:

Het gebruiken van het afval van suikerriet
om een kunststof te maken.

1. principe 1
2. principe 5
3. principe 3
4. principe 7

Welk productieproces is duurzaam?

1. In de winter aardbeien eten
2. Braziliaanse hardhouten kozijnen
3. vuilniszakken van gerecycled plastic
4. uit één boom worden 15 pakken A4-papier gemaakt

Wanneer is een energiebron duurzaam?

1. Als de energiebron niet op kan raken.
2. Als deze heel duur is.
3. Als het heel lang duurt voordat deze opraakt.
4. Als het milieu er niet door wordt belast.

Wat is juist over de atoomeconomie van chloor in de volgende reactie

2AgCl→Cl​2​​+2Ag

1. Gelijk aan de atoomeconomie van Ag
2. gelijk aan 100%
3. kleiner dan 100%

Bereken de atoomeconomie voor:
2 KClO3 → 2 KCl + 3 O2
zuurstof is gewenste product

1. 100
2. 23,1
3. 39,2
4. 96

Wat is de atoomeconomie van de productie van bio-ethanol via onderstaande reactie:

C​6​​H​12​​O​6​​→2C​2​​H​5​​OH+2CO​2​​

1. 26%
2. 50%
3. 51%
4. 100%

atoomeconomie 80%; rendement 50%
E factor?

1. 1 g per g product
2. 60 g
3. 1,5 %
4. 1,5 g per g product

Bereken de atoomeconomie voor NaCl:

2Na  +  Cl₂  --> 2NaCl

1. 100%
2. 50%
3. 23%
4. anders...

Wat is juist over de atoomeconomie van ijzer(III)chloride in de volgende reactie

2Fe+3Cl​2​​→2FeCl​3​​

1. groter dan 100%
2. gelijk aan 100%
3. kleiner dan 100%

Welke bewering is juist over atoomeconomie...

1. kan > 100 % zijn
2. heeft een waarde van 0-100 %
3. Kan negatief zijn
4. is altijd 100% bij een vormingsreactie

Wat is de E-factor van een proces met een atoomeconomie van 50% en een rendement van 50%?

1. 1
2. 5
3. 3
4. 0,25

C +  H₂O  --> CO  +  H₂

Bereken de atoomeconomie voor de productie van waterstof. 

1. 2,018/30,03*100
2. 30,03/30,03*100
3. 28,01/30,03*100
4. ?

De atoomeconomie van alcohol in de volgende reactie is....

C​6​​H​12​​O​6​​→2C​2​​H​6​​O+2CO​2​​

C​2​​H​6​​O

Alcohol = 

1. groter dan 100%
2. gelijk aan 100%
3. kleiner dan 100%

Welke reactie heeft een atoomeconomie van 100 %

1. verbranden aluminium
2. verbranden methaan
3. methanol + ethaanzuur wordt ester + water
4. hydrolyse van de olie van glycerol en oliezuur

Stel: In 100 g koffie zit 75 mg cafeïne. Na het koffiezetten zit er 40 mg cafeïne in het filtraat. Bereken het rendement.

1. Rendement = 187,5%
2. Rendement = 53,3%
3. Rendement = 18,8%
4. Rendement = 40%

Is de E-factor bij een rendement van 82,0% groter of kleiner dan bij een rendement van 100% ?

1. groter
2. kleiner

Bereken het rendement (%) als
er 5400 J wordt opgenomen en er 5900 J vrijkomt

1. 0,9
2. 92
3. 1,1
4. 110

Wat is het rendement van deze cv-ketel?

1. 5%
2. 100%
3. 95%
4. 105%

Welke bewering is juist over rendement...

1. kan > 100 % zijn
2. heeft een waarde van 0-100 %
3. kan negatief zijn

azijnzuur (CH3COOH) wordt gemaakt uit methanol en koolstofmono-oxide. Het rendement is 75%. Bereken de E-factor

CH​3​​OH+CO→CH​3​​COOH

1. 0,33
2. 25
3. 33
4. 75

Bereken het rendement wanneer er uit 1,0 kg koolstofmono-oxide en een overmaat waterstof, maar 0,80 kg methanol gemaakt wordt.

1. 100 %
2. 70-73 %
3. 80 %

Een windmolen levert een rendement van 40%. De wind levert een vermogen van 16MW. Hoeveel vermogen levert de windmolen?

1. 40J
2. 6,4MW
3. 40MW
4. 6,4W

Welke bewering is juist over E-factor...

1. hoe hoger hoe beter
2. hoe lager hoe beter
3. Kan negatief zijn

Voor een bepaalde reactie geldt dat de atoomeconomie overeenkomt met 80% en een rendement van 60%.
     Bereken de E-factor

1. 1,08
2. 0,33
3. 0,67
4. 99