This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Oefentoets havo 1 - hoofdstuk 3
Slide 1 - Slide
Welke twee klimaten komen uitsluitend (=alleen) voor op lage breedte?
A
het savanneklimaat en het toendraklimaat
B
het steppeklimaat en het poolklimaat
C
het savanneklimaat en het tropisch regenwoudklimaat
D
het steppeklimaat en het landklimaat
Slide 2 - Quiz
Wat is de naam van de dag waarop het op de Noordpool de hele dag licht is?
Slide 3 - Open question
Hoog in de bergen zie je in de zomer soms sneeuw liggen. De plaats waar dit begint, is de sneeuwgrens, het is daar 0 graden. Je staat beneden in een dal op 500 meter boven zeeniveau en je kijkt naar de sneeuwgrens. Het weerbericht geeft aan dat het waar jij staat 18 °C is. Hoe hoog ligt de sneeuwgrens?
A
500m
B
1800m
C
3500m
D
5000m
Slide 4 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Welk klimaat hoort hierbij?
Slide 5 - Open question
De lucht om ons heen is bijna altijd in beweging. Welke luchtbeweging komt veel voor: - in een woestijnklimaat? - in een zeeklimaat?
A
In een woestijnklimaat stijgt de lucht, in een zeeklimaat komt de lucht van de zee.
B
In een woestijnklimaat stijgt de lucht, in een zeeklimaat waait de lucht naar de zee.
C
In een woestijnklimaat daalt de lucht, in een zeeklimaat komt de lucht van de zee.
D
In een woestijnklimaat daalt de lucht, in een zeeklimaat waait de lucht naar de zee.
Slide 6 - Quiz
Uit welke richting komt de wind in Nederland wanneer er in de winter sneeuwbuien zijn?
A
noord
B
oost
C
zuid
D
west
Slide 7 - Quiz
In de maand mei van 2017 was de gemiddelde maandtemperatuur 15,0 °C. Normaal is de gemiddelde temperatuur van de maand mei 13,1 °C. Leg uit of je deze gegevens kunt gebruiken om te bewijzen dat het klimaat aan het veranderen is.
Slide 8 - Open question
Er is in Nederland een traditie om op 1 januari een nieuwjaarsduik te nemen. Vroeger gebeurde dat alleen in de Noordzee, nu ook op verschillende plaatsen aan het IJsselmeer. Het water in de Noordzee is op die dag meestal warmer dan het water in het IJsselmeer. Hoe komt dat?
Slide 9 - Open question
Wanneer je met een vliegtuig vanaf de evenaar richting de noordpool vliegt, kom je verschillende klimaten tegen. Benoem de klimaten die je tegenkomt in de juiste volgorde van de evenaar tot de Noordpool. Gebruik alle klimaten behalve het hooggebergteklimaat.
Slide 10 - Open question
Welke soort neerslag valt meestal in Nederland?
Slide 11 - Open question
Geef de naam van elke manier waarop neerslag kan ontstaan.
Slide 12 - Open question
Wat hebben alle 3 de manieren waarop neerslag ontstaat met elkaar gemeen? Welk proces vindt er daardoor bij alle 3 de manieren plaats?