Week 3

• Duits
• MBO
• Studiejaar 1

Week 3

Zwaai je even terug? 

Planning

Leerdoel (2 min)

Even terugblikken (5min)

Opdracht feedback geven en ontvangen (kort) (5 min)

Starten met schrijven (25 min)

Verwerken van de opdracht (resterende min) 

Leerdoel gehaald? + Afsluiting (5 min) 

Leerdoel:

Aan het einde van deze les heb je: 

- een voorstel tekst van een ander bekeken en je hebt de ander feedback gegeven. 

- je kunt een formulier invullen met je eigen gegevens in het Duits

- weet je hoe je hoofdletters moet inzetten tijdens een schrijfopdracht;

- je kunt een persoonlijke mail schrijven naar een vriend/vriendin

Eerst even in deze LessonUp inloggen met je laptop aub! 

Heb je de opdracht gemaakt en mee?

1. Gemaakt en mee
2. Wel gemaakt maar niet mee
3. Niet gemaakt en niet mee
4. Ik leg mijn antwoord uit.

Korte feedback opdracht

Je bekijkt de tekst van je buurman/buurvrouw 

1. Je leest / bekijkt het document

2. Je noteert een verbeterpunt op de post it (niet verplicht)

3. Je noteert één positief punt op de post it.  

Klaar? Dan kijk je wat de ene wel heeft gedaan, maar de ander niet. Super handig voor de toekomst ;) 

Tweede opdracht: 

Noteer de persoonlijke gegevens in het Duits. 

Beispiele

Quiz Wiederholung Formular + Brief

Welke zaken vul je zoal in op een formulier?

Schreiben

Wir fangen an mit einem persönlichen Brief

Wat zijn de regels? Duitse brief

die Großbuchstaben

In het Duits gebruik je vaker hoofdletters dan wij in het Nederlands gewend zijn. 

Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?

Man benutzt Großbuchstaben bei:

1. weekdagen/zelfstandig naamwoord/maanden
2. begin van de zin/feestdagen/adres
3. landen en steden/beleefdheid>Sie
4. Zowel A/B/C

die Großbuchstaben

Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?

• Zelfstandige naamwoorden
• Maanden en dagen
• Windstreken
• Vrouw en man
• Vormen van persoonlijk voornaamwoord "Sie"
• Verenigingen
• Duits brief aanhef --> Liebe Kim, 
• Feestdagen
• Landen en steden
• Eerste letter van een zin

Eine E-Mail

-> mailadres van de persoon aan wie je de mail stuurt

-> onderwerp                 Betreff

-> aanhef                          Anrede

-> inleiding                      Einleitung

-> kern                               Hauptteil

-> afsluiting                    Schluss

-> groet                             Gruß

-> je naam                        Unterschrift

Anrede

Bedenk van te voren aan wie je de mail stuurt.

Is het een jongen gebruik dan:    Lieber Fritz,

Is het een meisje gebruik dan:     Liebe Ullrike,

Let op de , (komma) na de naam!

Einleitung

Je start je zin met een kleine letter. Dit komt doordat je een komma hebt gebruikt bij de aanhef. De zin is daardoor nog niet ten einde.

Begin de e-mail altijd met de volgende 2 zinnen:

wie geht es dir? Mir geht es gut.

(Het gaat ook altijd goed met je, dat is namelijk makkelijk te schrijven.)

Hauptteil

In de kern van je e-mail schrijf je de punten die in de opdracht staan.

Zorg dat je alle punten behandelt, als je namelijk iets vergeet, kost je dit veel punten (en kan je je 5,5 wel gedag zeggen).

 

Schluss

Je sluit je e-mail altijd af met een zin:

 

Jetzt muss ich aufhören. Schreibst du bald zurück?

Gruß

Bij een persoonlijke e-mail sluit je als volgt af:

Viele Grüße / Liebe Grüße

Kies eentje die je leuk vindt.

(let op! Geen komma erachter!)

Unterschrift

Het laatste wat er komt te staan is je naam.  Let goed op hoe je dat doet:

Ben je een jongen:   dein (je naam)

Ben je een meisje:    deine (je naam)

Let op! Ook hier geen komma of punt erachter!

Wörterbuch

www.deepl.com

www.uitmuntend.de

Tijdens het examen gebruik je een papieren woordenboek,

dus probeer daar ook mee te oefenen.

Oefening

Schrijf nu zelf een persoonlijke e-mail naar een vriend of vriendin in het Duits.

Inhoud: 

Begroeting, introductie, je vraagt hoe het met de ander is, je vertelt hoe je vakantie was (inclusief twee extra zinnen over je vakantie), je vraagt hoe de vakantie van de ander was en je wilt graag afspreken met de ander voor een etentje, afsluiting. 

Planning:

Volgende les neem je de brief mee naar de les. 

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Das war's!

Viel Erfolg mit deiner Aufgabe!