Een optimale samenwerking tussen werkgever en werknemer te generen
D
Voorlichting en instructies geven aan bedrijven
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeBasisschoolBeroepsopleidingGroep 8
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat is het doel van de Arbo Wet?
A
Om alle medewerkers tevreden te houden.
B
Ongevallen en zieken door werk te voorkomen
C
Een optimale samenwerking tussen werkgever en werknemer te generen
D
Voorlichting en instructies geven aan bedrijven
Slide 1 - Quiz
Waar staat V&G voor in de V&G-wetgeving?
A
Veiligheid en Gereedschappen
B
Voorbeeld en Gezondheid
C
Veiligheid en gezondheid
D
Voldoende gereedschappen
Slide 2 - Quiz
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor goede werkomstandigheden?
A
De werkgever
B
De werknemer
C
De werkgever en werknemer samen
D
Geen van beide
Slide 3 - Quiz
Waar staat de inspectie SZW voor?
A
Sturende zaken werkgelegenheid
B
Sociale zicht werkgelegenheden
C
Sociale zaken en werkgelegenheid
D
Sturende zaken werkgelegenheden
Slide 4 - Quiz
Wie vallen er niet onder de V&G- wetgeving
A
Stagiaires
B
Vrijwilligers
C
Werkgevers
D
Omwonenden
Slide 5 - Quiz
Op de bouwplaats werkt een aannemer met verschillende andere bedrijven samen. Waar moet de aannemer als werkgever voor zorgen? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Veiligheid op de bouwplaats voor alle aanwezige medewerkers
B
Voorlichting en instructies voor omwonenden
C
Instructie over veiligheid op het werk voor stagiaires
D
Regelmatige controle van de inspectie SZW
Slide 6 - Quiz
Wat doet de SZW?
A
Houdt toezicht op de naleving van V&G wetgeving
B
Moet omwonende op de hoogte stellen van de situatie
C
Is de baas over de werkgevers
D
Moeten de arbowet van een werkgever regelen
Slide 7 - Quiz
De inspectie SZW is bevoegd om:........
Slide 8 - Open question
Wie vanuit de organisatie ZELF ondersteunt er bij het maken, uitvoeren, controleren van de Arbowet?
A
Preventiemedewerker
B
Arbodienst
C
Bedrijfsarts
Slide 9 - Quiz
Waarvoor hoeft de arbodienst of de bedrijfsarts NIET te worden ingeschakeld?
A
het begeleiden van zieke werknemers
B
het uitvoeren van PMO (Periodiek Medisch onderzoek)
C
Het onafhankelijk schrijven van RI & E (risico- inventarisatie en evaluatie)
D
Het uitvoeren van aanstellingskeuringen
Slide 10 - Quiz
Aanstellingskeuringen zijn NIET verplicht voor?
A
Kraanmachinisten
B
Mensen die werken met onafhankelijke adembescherming
C
Teamleiders
D
Mensen die werken met gevaarlijke stoffen
Slide 11 - Quiz
Mag je aan kraanmachinist zonder een goedgekeurde GPO (Gericht periodiek Onderzoek) zijn werkzaamheden uitvoeren?
A
Ja
B
Nee
C
Alleen als hij nergens last van heeft
Slide 12 - Quiz
Je helpt jouw collega's bij de verhuizing van een bedrijf. Er moeten dozen en meubilair worden verhuisd. Welke van de onderstaande uitspraken zijn juist?
A
Bij het tillen houdt je je armen zoveel mogelijk gestrekt
B
Tillen van meubilair doe je zoveel mogelijk met 2 personen
C
Bij het tillen houdt je de last zo dicht mogelijk tegen je aan
D
In je eentje mag ja max 10 kilo tillen
Slide 13 - Quiz
Welke werkzaamheid hoort bij het PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen): Veiligheidsbril?
A
Werken met een slijpmachine
B
hak-en breekwerk
C
Werken met een bosmaaier
D
Autogeen lassen en branden
Slide 14 - Quiz
Welke werkzaamheid hoort bij het PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen): Ruimzichtbril?
A
Hak - en breekwerk
B
Werken met een bosmaaier
C
Werkzaamheden met een hoge druk reiniger
D
Autogeen lassen en branden
Slide 15 - Quiz
Welke PBM hoort bij de volgende werkzaamheid: Werken met een hogedrukreiniger?
A
Veiligheidsbril
B
Lasbril
C
Gelaatscherm
D
Helm met gaasscherm
Slide 16 - Quiz
Biedt een gewone bril bescherming?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Welke PBM hoort bij de volgende werkzaamheid: Werken met zuren?
A
Ruimzichtbril of gelaatscherm
B
Ruimzichtbril of lasbril
C
Gelaatscherm of lasbril
D
Veiligheidsbril of helm met gaasscherm
Slide 18 - Quiz
Waarom kan je bij het aandraaien van een moer beter een ringsleutel gebruiken dan een steeksleutel?
A
Een ringsleutel past beter op de moer
B
Het is veiliger voor de gebruiker
C
Je kunt dan meer kracht zetten
Slide 19 - Quiz
Welk hulpmiddel gebruik je bij de volgende werkzaamheid: Voegwerk van de gevel van een gebouw van vier verdiepingen?
A
Ladder
B
Rolsteiger
C
Vaste stalen steiger
Slide 20 - Quiz
Welk hulpmiddel gebruik je bij de volgende werkzaamheid: Schilderwerk aan kozijnen en gevel van een kantoorpand zonder verdieping?
A
Ladder
B
Rolsteiger
C
Vaste stalen steiger
Slide 21 - Quiz
Welk hulpmiddel gebruik je bij de volgende werkzaamheid: Vervangen van TL-lampen aan plafond van een fabriekshal?
A
Ladder
B
Rolsteiger
C
Vaste stalen steiger
Slide 22 - Quiz
Wat is het doel van een toolboxmeeting?
A
Medewerkers informeren over de aansprakelijkheid op het gebied van veiligheid op projecten
B
Het bespreekbaar maken van onderwerpen die emdewerkers belangrijk vinden
C
Doormiddel van instructie veilig gedrag stimuleren
Slide 23 - Quiz
Een toolboxmeeting of instructie.......
A
Wordt bij voorkeur schriftelijk gegeven en gedocumenteerd in het personeelsdossier
B
Moet zijn afgestemd op specifieke werkzaamheden van de werknemes
C
Mag alleen door deskundigen worden gegeven
Slide 24 - Quiz
Statische elektriciteit kan ontstaan door:
A
Hoge stroomsterkte
B
Wrijving
C
Magnetisme
Slide 25 - Quiz
Statische elektriciteit kan je tegengaan door:
A
Toepassing van aardlekbeveiliging
B
Toepassen van isolatiemateriaal
C
Aarden op bestaande net
Slide 26 - Quiz
Hoe kan je aan een gascilinder zien welke stof deze bevat?
A
Aan de vorm van de cilinder
B
Aan de kleurcode op de cilinder
C
Aan het lettersymbool 'N' op de cilinder
D
Aan een andere code
Slide 27 - Quiz
Maak de juiste kleurcoderingen, combineer de tekst met een kleur
Lucht
Blusleidingen
Stoom
Zuren en Basen
Gassen
Water
Ontvlambare vloeistoffen
Onontvlambare vloeistoffen
Geel
Rood
Blauw
Groen
Zwart
Bruin
Grijs
Paars
Slide 28 - Drag question
Hoe kan je brand doven?
A
Door een van de zijden van de branddriehoek weg te nemen