Hoofdstuk 3 grieken

3.1 De wereld van de Grieken
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 De wereld van de Grieken

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je weet hoe in Griekenland stadstaten ontstonden.
  • Je kunt de bestuursvormen monarchie, aristocratie en tirannie in bronnen herkennen.
  • Je kunt verklaren waarom de Grieken contacten hadden met andere volken in het Middellandse Zeegebied.

Slide 2 - Slide

Van dorp naar stadstaat
Stadstaat: Stad met omliggend platteland
  • 1000 v Chr. kleine dorpjes op heuvels

  • 900 v Chr. groei landbouw en dus specialisatie in ambachten

  • Dorpen groeien uit tot steden

  • Elke stadstaat had zijn eigen gebied, regels en bestuur.


Slide 3 - Slide

  • Stadstaat = Polis (meervoud: Poleis)

  • Griekenland was geen geheel, maar bestond uit zelfstandige stadstaten.

  • Er waren ontzettend veel van deze stadstaten
     Veel gebergten tussen deze stadstaten. 

  • Toch een geheel want: zelfde taal, zelfde goden en zelfde feesten 




Het Oude Griekenland 

Slide 4 - Slide

Bestuur van de stadstaat
  • De meeste stadstaten waren een monarchie.

  • Soms namen de raadgevers de macht over (Aristoi = rijken) als zij het niet eens waren met de koning.

Slide 5 - Slide

Monarchie 


  • \

  • Koning en erfopvolging
  • Alleenheerschappij
  • Raad van aristoi (=besten) geven advies
Aristocratie




  • regering van de 'besten'
  • Kleine groep machthebbers
  • bevoorrecht door afkomst en aanzien

Slide 6 - Slide

Ongelijkheid en onvrede
Grote sociale verschillen, meeste mensen slaaf of boer ⮕ onvrede

Aristocraat probeert de macht alleen te krijgen door de boeren en slaven achter zich te verzamelen.
Tirannie: Bestuur door een alleenheerser.

Slide 7 - Slide

Tirannie
  • Alle macht bij een persoon

  • Verkregen door anderen uit te schakelen (staatsgreep)

  • Goede en slechte tirannen.
  • Uit adellijke families

Slide 8 - Slide

Bezig met de opdrachten
Je maakt alle opdrachten van paragraaf 3.1 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide