Toets Hoofdstuk 5 Landschappen in Europa

1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Drag question

Waardoor ontstaat het verschil in klimaat tussen Parijs en Rome?

Slide 4 - Open question

Welke bundel zonnestraling valt waarschijnlijk op de Noordpool?
A
Nummer 1
B
Nummer 2

Slide 5 - Quiz

Het is vandaag 23 februari. Welk seizoen is het op dit moment in Australië?
A
Winter
B
Lente
C
Herfst
D
Zomer

Slide 6 - Quiz

Welk seizoen is het bij wereldbol B op het zuidelijk halfrond?
A
Zomer
B
Lente
C
Winter
D
Herfst

Slide 7 - Quiz

Welke maand is het bij wereldbol D?
A
Maart
B
Juni
C
September
D
December

Slide 8 - Quiz

Welk klimaat is te zien in deze klimaatgrafiek?
A
Zeeklimaat
B
Steppeklimaat
C
Middellandse Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 9 - Quiz

Welke klimaatgrafiek hoort bij Moskou?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Sleep de klimaatgrafieken naar de juiste plek op de kaart.

Slide 11 - Drag question

Zeewater warmt .... op dan land.
A
Langzamer
B
Sneller

Slide 12 - Quiz

In de winter wordt het meestal .... als de wind vanaf zee waait
A
Kouder en natter
B
Warmer en natter
C
Kouder en droger
D
Warmer en droger

Slide 13 - Quiz

Waardoor ontstaat het verschil in klimaat tussen Parijs en Kiev?

Slide 14 - Open question

Welke 2 klimaten ontstaan met name door de invloed van de zee?
A
Steppeklimaat en landklimaat
B
Landklimaat en toendraklimaat
C
Zeeklimaat en landklimaat
D
Toendraklimaat en zeeklimaat

Slide 15 - Quiz

In Nederland hebben wij een:
A
Landklimaat
B
Gemiddeldklimaat
C
Sneeuwklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 16 - Quiz

Hoe worden hoogteverschillen in het landschap genoemd?
A
Hoogtegordels
B
Middel & Klein gebergte
C
Reliëf
D
Heuvelland

Slide 17 - Quiz

Als een gebied tussen de 200m en 500m hoog ligt dan noemen we dit gebied?
A
Hooggebergte
B
Heuvelland
C
Middelgebergte
D
Laagland

Slide 18 - Quiz

Wat is geen vorm van landbouw?
A
Tuinbouw
B
Veeteelt
C
Bosbouw
D
Kasbouw

Slide 19 - Quiz

Welk klimaat komt NIET in Europa voor?
A
Tropisch regenwoud
B
Mediterraans klimaat
C
Sneeuwklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 20 - Quiz

In de zomer is de Noordzee op zijn warmst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Hoe verder van de zee hoe kleiner de temperatuur verschillen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Welk gebied heeft de meeste kans op sneeuw in de winter?
A
West-Europa
B
Oost-Europa
C
Zuid-Europa

Slide 23 - Quiz

Welk kenmerk past NIET bij het tropisch klimaat?
A
Ongerepte groei
B
Warm & Vochtig
C
Veel diersoorten
D
Koudste maand niet kouder dan 25 graden

Slide 24 - Quiz

Welk type landschap is te zien op de afbeelding?
A
Laagland
B
Hooggebergte
C
Middelgebergte
D
Heuvelland

Slide 25 - Quiz

De kant van de berg waar de minste neerslag valt noemen we de:
A
Regenschaduw
B
Loefzijde
C
Lijzijde

Slide 26 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Hoe noemen we
we gebied nummer 2?
A
Alpenweide
B
Eeuwige sneeuw
C
Naaldboomgordel
D
Rotsgordel

Slide 27 - Quiz

Op welke breedtegraad vallen de zonnestralen loodrecht op het aardoppervlak?
A
0 graden breedte
B
30 graden breedte
C
60 graden breedte
D
10 graden breedte

Slide 28 - Quiz

Wat is een gletsjer?
A
Laag gelegen ijsmassa's die langzaam stromen.
B
Hoog gelegen ijsmassa's die heel langzaam naar beneden stromen.
C
Rivieren die het ijs vanuit de bergen transporteren.
D
Koude gebieden in het binnenland waar een landklimaat overheerst. (Sneeuwklimaat)

Slide 29 - Quiz

Welke vegetatie komt hoofdzakelijk in Nederland voor?
A
Naaldwoud
B
Toendra
C
Loofbossen
D
Mediterrane vegetatie

Slide 30 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Welk klimaat kun je herleiden uit de afbeelding? Kijk hierbij naar neerslag en temperatuur.
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Mediterraans klimaat

Slide 31 - Quiz

Het koude klimaat kent meerdere varianten. Welke variant hoort hier NIET bij?
A
Hooggebergte klimaat
B
Sneeuwklimaat
C
Toendraklimaat
D
Poolklimaat

Slide 32 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Hoe noemen we gebied nummer 3?
A
Grasland
B
Het dal
C
de Alpenweide
D
de Rotsgordel

Slide 33 - Quiz

Welk kenmerk/woord past NIET bij een landklimaat?
A
Warme zomers
B
Rusland
C
Aan de kust
D
Koude winters

Slide 34 - Quiz

Waar of niet waar?
Hoe hoger het reliëf, hoe meer vegetatie?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Waar of niet waar? In het woestijnklimaat gaat het niet om de temperatuur, maar om de hoeveelheid neerslag.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 36 - Quiz

In welk Europees land verwacht je de landbouw vorm: Bosbouw
A
Finland
B
Nederland
C
Spanje
D
Duitsland

Slide 37 - Quiz

In welk land speelt de invloed van de zee GEEN rol in het klimaat?
A
Nederland
B
Oekraïne
C
Duitsland
D
Polen

Slide 38 - Quiz