Maatschappijleer 12-09

1.4 Hoe onderzoek je de samenleving?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.4 Hoe onderzoek je de samenleving?

Slide 1 - Slide

Planning 
Controleren huiswerk 
Nakijken huiswerk 
herhaling vorige paragraaf 1.3 
Paragraaf 1.4 Hoe onderzoek je de samenleving 

Slide 2 - Slide

Nakijken 
Huiswerk paragraaf 1.3: opdracht 1,3,4,6,7,8,11,13 en 14 

Slide 3 - Slide

Een norm is ...
A
Een regel.
B
Iets wat jij belangrijk vindt.
C
Iets dat jij gewoon vindt.
D
normaal doen.

Slide 4 - Quiz

Wat zijn waarden?
A
Aangeboren eigenschappen van mensen
B
Wat mensen belangrijk vinden
C
Geschreven wetten.

Slide 5 - Quiz




Vrijheid is een waarde.
Vrijheid is een waarde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz


Wat is een belang?
A
Iets wat je belangrijk vind.
B
Het nadeel dat je ergens bij hebt.
C
Het voordeel dat je ergens bij hebt.
D
Waar je veel waarde aan hecht.

Slide 7 - Quiz

Als het belang van de een botst met het belang van de ander is er sprake van:
A
Ruzie
B
onenigheid
C
belangentegenstelling
D
belangstelling

Slide 8 - Quiz

Wat is macht
A
Het inzetten van middelen om te krijgen wat je wilt
B
Geweld
C
De mogelijkheid het gedrag van anderen te beïnvloeden
D
Geld

Slide 9 - Quiz

Een machtsmiddel
A
is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
B
is een middel waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden
C
is iets waarmee je kunt uitleggen waarom jouw mening goed is
D
is een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent

Slide 10 - Quiz

Wat is sociale ongelijkheid?
A
Dat je op social media minder vrienden hebt dan een ander.
B
Dat je sociale leven best wel saai is.
C
Dat er een ongelijk verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen, kennis en politieke macht is.
D
Dat er sprake is van heel veel sociale contacten in je leven en dat is oneerlijk tegenover anderen.

Slide 11 - Quiz

Maatschappelijk probleem 
4 kenmerken: 
  1. Velen hebben er last van. 
  2.  Er zijn verschillende meningen over de oorzaak en oplossing.
  3. Het krijgt veel aandacht in de media. 
  4. Politieke bemoeienis. 

Slide 12 - Slide

Maatschappelijke problemen
Schrijf 3 maatschappelijke problemen op.
timer
2:00

Slide 13 - Slide

Een voorbeeld van een maatschappelijk probleem: Uitgaansgeweld 
We gaan het maatschappelijke probleem 'uitgaansgeweld' onderzoeken, aan de hand van de vier kenmerken van een maatschappelijk probleem.


Slide 14 - Slide

Wie en welk belang?
Wie hebben er met het probleem te maken en wat zijn hun belangen? Bij uitgaansgeweld gaat het om:







Vaak zijn tegengestelde belangen de oorzaak van een maatschappelijk probleem. Ook waarden en normen spelen een rol.



Wie?
Belang
Mensen die uitgaan
Plezier maken en veiligheid
Horecaondernemers
Goed imago, veel verkopen en veilige omgeving
De politie
Orde en rust 
De burgemeester
Geen overlast en een goede naam voor de gemeente 
Buurtbewoners
Geen overlast 

Slide 15 - Slide

Er zijn verschillende meningen over het probleem. 
Welke meningen zijn er zoal over de oplossing van het probleem?
  • “Er moet meer politie-inzet in horecagebieden komen.”
  • “De straffen voor daders moeten flink omhoog.”
  • “Café’s  mogen niet langer alcohol schenken aan mensen die al teveel gedronken hebben.”
  • “De overheid moet een campagne starten om uitgaansgeweld tegen te gaan.”
  • “Cafés moeten eerder dicht”

Slide 16 - Slide

Media-aandacht

Het probleem krijgt aandacht in de media

Slide 17 - Slide

De politiek of overheid houdt zich met het probleem bezig. 
Hoe kan uitgaansgeweld worden opgelost?
  • De overheid zet politie in om uitgaansgeweld tegen te gaan.
  • Door informatiecampagnes kunnen mensen bewust worden.
  • De leeftijd waarop alcohol mag worden gekocht wordt verhoogd.

Slide 18 - Slide

Dilemma's 
Bij het oplossen van een maatschappelijk heb je vaak te maken met dillema's. 
Dilemma: een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of nadelen hebben 

Voorbeeld van een dilemma
Het gebruik van dierproeven 

Slide 19 - Slide

Huiswerk 
Huiswerk voor de volgende les: 
Opdracht 1, 4, 5, 6 en 8 

Slide 20 - Slide