1.2 Je omgeving ontdekken les 1 en 2

 Dinsdag 17 september:




              

             


               Kijk even op de plattegrond waar je mag gaan zitten.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Dinsdag 17 september:




              

             


               Kijk even op de plattegrond waar je mag gaan zitten.

Slide 1 - Slide

1.2 - Je omgeving ontdekken

Slide 2 - Slide

Herhaling
In de volgende dia's gaan we oefenen 
met de leerdoelen uit 1.1

Weet je het nog?

Slide 3 - Slide

Zet op volgorde van groot naar klein 
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan

Slide 4 - Drag question

Sleep de woorden naar het juiste plaatje
Organismen
cel
Organenstelsel
orgaan

Slide 5 - Drag question


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel
B
zenuwstelsel
C
verteringsstelsel
D
ademhalingsstelsel

Slide 6 - Quiz


De lever hoort bij
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 7 - Quiz


nummer 2 is?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 8 - Quiz

Welk orgaanstelsel zie je?
A
Uitscheidingsstelsel
B
Spijsverteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Beenderstelsel

Slide 9 - Quiz


nummer 7 is?
A
Dikke darm
B
Maag
C
Nier
D
Dunne darm

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen 1.2
Je kunt werken met de microscoop/ stereoloep
Je kunt jouw waarnemingen vastleggen in een biologische tekening.
Je kunt een natuurgetrouwe en een schematische tekening maken en weet wanneer je welke tekening gebruikt.
Je kunt de naam van een organisme vinden met een determineerkaart

Slide 11 - Slide

1.2 Je omgeving ontdekken

Biologie gaat over mensen, dieren, planten, deze leven,

dit noem je een:
Organisme = alles wat leeft


Organisme kun je:

Waarnemen= kijken, ruiken, voelen, horen en soms zelfs proeven.


Als je waarneemt, dan kijk je naar de kenmerken= eigenschappen waaraan je een organisme kunt herkennen. 

Slide 12 - Slide

1.2 Je omgeving ontdekken

Beschrijving= de belangrijkste eigenschappen, kenmerken van een organisme opschrijven  


  • Je kunt iets zien met het blote oog
  • soms heb je een vergrootglas nodig om iets goed te bekijken, een loep
  • Om iets heel kleins te kunnen bekijken heb je een microscoop nodig





Slide 13 - Slide


Microscopie: 
Onderdelen en functie

Slide 14 - Slide

Leerdoel
Om met een microscoop te kunnen werken:
  • Moet je de onderdelen van de microscoop kennen.
  • Weet je hoe je elk onderdeel gebruikt.
  • Weet je hoeveel x een microscoop kan vergroten


Slide 15 - Slide

Revolver
1
Objectief
2
Klemmen
3
Kruistafel
4
Diafragma
5
Lampje
6
Oculair
7
Tubus
8
Statief
9
Grote stelschroef

10
Kleine stelschroef

11
Voet

12
Kruistafel stelknoppen

13
Ken je ze nu?
In de volgende dia gaan we oefenen

Slide 16 - Slide

oculair
statief
tafel
tubus
voet
lamp

Slide 17 - Drag question

Zoek bij elkaar
revolver
objectief
oculair
tubus
draaibaar magazijn
houder van het oculair
ooglens, vergroot 10x
lens, vergroot 4x, 10x en 40x

Slide 18 - Drag question

kleine stelschroef
objectief
diafragma
revolver
preparaatklemmen
grote stelschroef

Slide 19 - Drag question

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 1.2
Maken: opdracht 1 t/m 4, 10 t/m 14, 21 & 22

Klaar? 
Dit huiswerk moet dinsdag 24 - 09 af zijn!
timer
8:00

Slide 20 - Slide

Vrijdag 20 september:




              

             


               Kijk even op de plattegrond waar je mag gaan zitten.

Slide 21 - Slide

                 Practicum microscopie
                                             Doel: leren omgaan met de microscoop
                                             Wat gaan we doen?
                                            Preparaat bekijken

Slide 22 - Slide

Dinsdag 24 september:




              

             


               Kijk even op de plattegrond waar je mag gaan zitten.

Slide 23 - Slide

1.2 Je omgeving ontdekken 

Slide 24 - Slide

oculair
statief
tafel
tubus
voet
lamp

Slide 25 - Drag question

Zet op volgorde van groot naar klein 
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan

Slide 26 - Drag question

Leerdoelen:
  • Je kan het verschil tussen een schematische en natuurgetrouwe tekening uitleggen.
  • Je kunt jouw waarnemingen vastleggen in een biologische tekening.
  • Je weet het verschil tussen een lengtedoorsnede en een dwarsdoorsnede.

Slide 27 - Slide

1.2 Je omgeving ontdekken


Beschrijving= in woorden de belangrijkste eigenschappen/kenmerken

 van een organisme vertellen/ opschrijven.


Je kunt waarnemingen ook tekenen:
Op 2 manieren:
Natuurgetrouw
 = precies wat je ziet

Schematisch= belangrijkste onderdelen 


Slide 28 - Slide

Doorsneden
lengte

Slide 29 - Slide

Iets van binnen tekenen
Lengtedoorsnede 
(over het langste stuk) 
en dwarsdoorsnede 
(over het korste deel)

 

Tekenregels: blz 152 leerboek


Slide 30 - Slide

Tekening maken

2 soorten tekeningen:
natuurgetrouw: je tekent precies wat je ziet
schematische tekening: je tekent alleen de belangrijkste onderdelen/basislijnen, je mag GEEN kleur gebruiken

Slide 31 - Slide

Tekenregels
Links:
- titel
- schematisch of natuurgetrouw
- aanzicht en vergroting

Rechts: 
naam, klas en datum

Strakke lijnen (niet schetsen), alleen tekenen wat je ziet!!!

Slide 32 - Slide

Hoe vind je de naam van een organisme?
Determineren= naam van een organismen opzoeken met een zoekkaart.


Slide 33 - Slide

Maken
Tekening maken van een appel/peer
(let op de tekenregels!)

Slide 34 - Slide

Vrijdag 27 september:




              

             


               Kijk even op de plattegrond waar je mag gaan zitten.

Slide 35 - Slide

                 Practicum microscopie
                                             Doel: leren omgaan met de microscoop
                                             Wat gaan we doen?
                                            Preparaat bekijken

Slide 36 - Slide