Practicum v3 Weerstanden Serie en Gemengd

Je werkt dit practicum met de Voltmeter, de Ampèremeter, een batterij en drie weerstanden. Je mag draden pakken naar behoefte.

De waardes van de weerstanden zijn:
R1 = 27 Ω | R2 = 56 Ω | R3 = 100 Ω  

1. Je beantwoordt straks eerst een aantal vragen over een serieschakeling.

2. Daarna bouw je een gemengde schakeling.

Je schrijft je metingen / berekeningen op papier en levert foto's in in de LU. Als je als groepje werkt, levert één persoon per groepje de LU in. Elke groepslid maakt de opdrachten in het schrift.

Je krijgt een cijfer als groep en via een individuele opdracht achteraf.

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Je werkt dit practicum met de Voltmeter, de Ampèremeter, een batterij en drie weerstanden. Je mag draden pakken naar behoefte.

De waardes van de weerstanden zijn:
R1 = 27 Ω | R2 = 56 Ω | R3 = 100 Ω  

1. Je beantwoordt straks eerst een aantal vragen over een serieschakeling.

2. Daarna bouw je een gemengde schakeling.

Je schrijft je metingen / berekeningen op papier en levert foto's in in de LU. Als je als groepje werkt, levert één persoon per groepje de LU in. Elke groepslid maakt de opdrachten in het schrift.

Je krijgt een cijfer als groep en via een individuele opdracht achteraf.

Slide 1 - Slide

Geef alle namen van het groepje
(incl. die van jezelf).

Slide 2 - Open question

Teken de schakeling met de juiste symbolen in je schrift.
Gebruik een spanningsbron, één weerstand, en een volt- en ampèremeter.
Lever een foto van je schakeling in.

Slide 3 - Open question

Bij het bouwen van je schakeling gebruik je straks een batterij als spanningsbron.

Je gaat eerst de spanning van je batterij meten. 

Je sluit hiertoe de voltmeter direct op je batterij aan.
LET OP dat je niet per ongeluk de AMPÈREMETER op de batterij aansluit.

Op de volgende slide kijk je of je snapt hoe je je voltmeter straks kan aflezen. 


Slide 4 - Slide


NOG NIET BOUWEN!!
Je gaat je voltmeter aansluiten op de (max) 15 V ingang. Dit betekent dat als de wijzer helemaal uitgeslagen is, dit 15 V voorstelt.
Stel dat je de meting in de figuur hiernaast krijgt. Hoeveel volt meet je nu? Rond af op één decimaal.

Slide 5 - Open question


Sluit je batterij aan op de '2V' of '3V' ingang van je voltmeter. Zorg dat de 'plus' kant van de batterij (rode aansluiting) overeenkomt met de 'plus' kant van je meter.

Maak een foto van je wijzerplaat / voltmeter, en typ je afgelezen waarde  ook in .

Slide 6 - Open question

Stel, je bouwt de volgende serie schakeling (niet echt bouwen!).

Je weet nu de spanning van je batterij.
R1 = 27 Ω | R2 = 56 Ω | R3 = 100 Ω  

Bij welke weerstand zal de stroom het grootst zijn?

Bereken deze stroom in mA om de volgende vraag te kunnen beantwoorden.
Batterij

Slide 7 - Slide

De stroom die maximaal zal lopen is:
A
100 mA
B
250 mA
C
2,5A (=2500 mA)
D
meer dan 2,5 A

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide


De maximale stroom in de schakeling zal 100 mA zijn.

Op welke manier moet je de ampèremeter
nu aansluiten? Zie de figuur hiernaast.
A
Op manier A.
B
Op manier B.
C
Op manier C.

Slide 10 - Quiz


Je sluit je stroommeter dus altijd eerst op de '500' ingang aan. 
Stel dat je de meting zoals in de figuur hiernaast doet (de meest rechte, rode,  wijzer). Hoeveel stroom meet je dan? 

Slide 11 - Open question

Je bouwt nu een schakeling met alle 3 de weerstanden.
Je zet R2 en R3 parallel, en daaraan R1 in serie.
Zie de figuur. 
Je sluit de stroommeter aan zodat je de hoofdstroom (uit de batterij) meet.

Bouw de schakeling, en maak een foto van de schakeling. Meet de stroom en maak een foto van de stroommeter.

Sluit de voltmeter aan op elk van de weerstanden apart, maak een foto van de voltmeter en noteer de spanning. Je doet dus 3 metingen van de spanning.


Combinatieschakeling
Doel:
-Meten hoofdstroom
-Meten spanningen over R1, R2 en R3

Slide 12 - Slide


Lever een foto van je gebouwde schakeling in en een foto van je gemeten stroom.

Slide 13 - Open question

Hiernaast zie je hoe je met de voltmeter de spanning kan meten over R1.

Meet over elke weerstand de spanning in de schakeling.

Zet alle waardes die je tot nu toe hebt in een tabel zoals rechts aangegeven

UR1
Waardes kloppen niet!

Slide 14 - Slide

Lever een foto in van je gemeten spanningen. Maak ook een tabel met alle waarden, dus I, , en
UR1
UR3
UR1
UR2

Slide 15 - Open question


Bouw de schakeling met weerstand R1 en maak er een duidelijke foto van waar alle onderdelen goed zichtbaar zijn en duidelijk is hoe de draden lopen. Sluit de + pool van de batterij nog NIET aan.
Laat je foto door de docent controleren.

Slide 16 - Open question

Laat voordat je de voedingskast aansluit op het stopcontact, of in ieder geval voordat je hem aanzet, je schakeling controleren.

Slide 17 - Slide


Wanneer de schakeling is goedgekeurd, mag je de stekker in het stopcontact steken. Draai de spanning op de voedingsbron tot (ongveer) 6 V.
Draai de 'stroom' knop helemaal open (dit is nl. een begrenzing).
Er loopt nog geen stroom want de schakelaar is nog niet ingedrukt.
Heb je bovenstaande goed uitgevoerd?
A
Ja!
B
Ja ik denk het wel.

Slide 18 - Quiz


Sluit de + pool van de batterij aan. Lees de spanning en de stroom af en noteer deze. Als de stroom ONDER de 50 mA is, mag je de stroommeter aansluiten op de '50 mA' ingang. Maak een foto van de stroommeter en lever deze in. Typ ook je spanning en stroom in. Vervang daarna de weerstand voor R2, en herhaal de meting, foto en waardes. Doe dit ook voor R3. Zet je metingen in een overzichtelijke tabel.
Zie een voorbeeld hiernaast. Jouw spanning zal in de buurt van de 1,5 V zijn.

Slide 19 - Open question


Bereken met de gemeten spanning en stroom uit de vorige slide de weerstanden. Vergelijk deze met de eerder via kleurcodering gevonden weerstanden. (Zie voorbeeld (waardes kloppen niet!) tabel hiernaast).
Bereken de procentuele afwijking tussen je uit je meting berekende waarde van de weerstand en die van de kleurcodering.

I = U/R

Slide 20 - Open question

Deze vraag is niet verplicht.
Is je procentuele afwijking acceptabel? Leg uit.
Gebruik hiervoor de kleur-gegevens van de weerstand.


Slide 21 - Open question

INDIEN TIJD OVER:

Je gaat nu 2 weerstanden in serie schakelen.
Teken eerst het schakelschema en lever dit in.

Slide 22 - Slide


Teken de schakeling van 2 weerstanden R1 en R2 in serie met de juiste symbolen op het blad. Je wilt de stroom uit de batterij en de spanning over beide weerstanden samen meten. Lever een foto van je schakeling in.

Slide 23 - Open question


Bouw de schakeling en meet de spanning en de stroom. Bereken met deze U en I de totale weerstand. Bereken ook de weerstand via de regels voor een serieschakeling Rt = R1 + R2. Lever je metingen en berekeningen in.
LEVER OOK EEN FOTO VAN JE STROOMMETER TIJDENS DE METING IN.

Slide 24 - Open question

Spiekbriefje

Slide 25 - Slide


1. Bereken met de batterijspanning en hoofdstroom de totale weerstand, en controleer deze met de R1, R2 en R3 en de formules voor serie- en parallel weerstanden.
2. Bereken met de gemeten spanningen en de bekende weerstanden R1, R2 en R3 de stromen door de weerstanden. (gebruik de wet van Ohm)
3. Laat zien dat de stromen en spanningen 'kloppen' met elkaar, met de regels van serie en parallel.

Slide 26 - Open question


Je hebt nu via je meting de vervangingsweerstand bepaald.
Met inmiddels jouw bekende waardes van de weerstanden kan je deze vervangingsweerstand ook berekenen.
Je gebruikt hiervoor de formules:
Rv = R1 + R2 + ... (bij serie) en 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + 1/... (bij parallel).
Bereken de Rv van jouw schakeling, en lever deze berekening in. 
Klopt de waarde (enigszins) met je eerder gevonden waarde?

Slide 27 - Open question


Bonusvraag
Herhaal je metingen/berekeningen voor serie R1 + R3 en R2 + R3 en parallel R1 + R2 en R1 + R3. 

Slide 28 - Open question

Hieronder kan je nog vragen en opmerkingen over dit practicum kwijt.

Slide 29 - Open question