§6.3 Hoe komt de overheid aan geld? deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2,3

H6: Wat regelt de overheid?

GT2

§6.1 De overheid: wie is dat?

§6.2 Wat doet de overheid voor ons?

§6.3 Hoe komt de overheid aan geld? deel 1

§6.4 Komt de overheid rond?

Vandaag

1.  Herhaling §6.2

2. Theorie §6.3 deel 1

3. Maken opg. 32 t/m 40 (blz. 166 of online)

4. Praktische opdracht (2e lesuur)

Herhaling: geef een
voorbeeld van een
collectieve voorziening.

Vorige lessen

• Collectieve voorzieningen
• Collectieve sector
• Particuliere sector
• Sociale zekerheid
• Sociale premies  

Wat is het verschil?

Doelen vandaag

• Je kunt voorbeelden geven van belastingen die we betalen
• Je weet wat BTW is 

Hoe komt de overheid aan geld?

Belasting = verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen, 

bijv.

Hoe komt de overheid aan geld?

Belasting = verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen, 

bijv. - inkomstenbelasting

         - BTW

         - winstbelasting

Inkomstenbelasting

Iedereen die een inkomen heeft, betaalt inkomstenbelasting.

 

Werkgevers dragen loonbelasting af.

BTW

BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde

 

• 9% BTW = lage tarief: levensmiddelen
• 21% BTW = normale tarief: over bijna                     alle andere producten

Bedrijven dragen de BTW af.

Rekenen voorbeeld 1

Hoe bereken je de BTW?

€ 200 : 100 x 21 = € 42

Rekenen voorbeeld 1

consumentenprijs = 121%

BTW = 21%

- ----------------------------------------

verkoopprijs excl. BTW = 100%

Rekenen voorbeeld 2

Hoe bereken je de BTW als je alleen de consumentenprijs weet?

€ 242 : 121 x 21 = 

€ 42

consumentenprijs = 121%

BTW = 21%

- ----------------------------------------

verkoopprijs excl. BTW = 100%

Rekenen voorbeeld 2

consumentenprijs = 121%

BTW = 21%

- ----------------------------------------

verkoopprijs excl. BTW = 100%

Wat heb je geleerd?

Wie betaalt belasting?

1. Collectieve sector
2. Particuliere sector

Juist of onjuist?
Belasting betalen is verplicht.

1. Juist
2. Onjuist

Waarvoor staat de afkorting
BTW?

1. Belasting Toegepaste Waarde
2. Belasting Toegepaste Winst
3. Belasting Toegevoegde Waarde
4. Belasting Toegevoegde Winst

Hoe bereken je 9% van € 4,50?

1. 4,50 : 9
2. 4,50 : 9 x 100
3. 4,50 x 9
4. 4,50 : 100 x 9

Hoeveel % BTW betaal je over nieuwe sneakers?

1. 9%
2. 21%

Jouw nieuwe sneakers kosten € 69. Hoe bereken je het bedrag aan BTW dat je hebt betaald?

1. 69 : 100 x 21
2. 69 : 21 x 100
3. 69 : 121 x 21
4. 69 : 21 x 121

Aan het werk!

m. opg. 32 t/m 40 

(blz. 166 of online)

Herhaling

Belasting

Inkomstenbelasting

BTW

Laag tarief

Normaal tarief