GT1B 25-3-2021

Aardrijkskunde 
GT1B






25 maart 2021
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aardrijkskunde 
GT1B






25 maart 2021

Slide 1 - Slide

Wat heb je nog onthouden
van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

Oriëntatie
  • Huiswerk afgerond?
  • Leerdoelen
       - je weet dat de breedteligging en hoogteligging invloed hebben op de 
         temperatuur
       - je begrijpt waardoor temperatuurverschillen op aarde ontstaan
       - je kunt het ontstaan van seizoenen uitleggen

Slide 3 - Slide

Lesplanning
  • Uitleg §3.2 (20 min)
       - Breedteligging/hoogteligging en temperatuur
       - Draaiing van de aarde
  • Maken  §3.2 (15 min)
       Opdracht 4 en 5

Slide 4 - Slide

Uitleg §3.2

Slide 5 - Slide

Hoeveel graden kouder wordt het als je 1000 meter omhoog gaat?
A
3 °C
B
6 °C
C
9 °C
D
12 °C

Slide 6 - Quiz

Waarom is het in Nederland kouder dan in Spanje?

Slide 7 - Open question

Wat ontstaat er doordat de aarde in 24 uur om zijn eigen as draait?
A
dag en nacht
B
seizoenen
C
pooldag
D
poolnacht

Slide 8 - Quiz

Welke seizoenen
zijn er op aarde?

Slide 9 - Mind map

Wat merk jij van de seizoenen?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Welk seizoen was te zien op foto?
A
zomer
B
herfst
C
winter
D
lente

Slide 20 - Quiz

Leg je keuze bij de vorige vraag uit

Slide 21 - Open question

In welk seizoen zijn de temperaturen gemiddeld het hoogst?
A
zomer
B
herfst
C
winter
D
lente

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Welk seizoen was te zien op foto?
A
zomer
B
herfst
C
winter
D
lente

Slide 24 - Quiz

Wat betekent de stand van de zon in dit seizoen voor de temperatuur?

Slide 25 - Open question

Waardoor ontstaan seizoenen?

Slide 26 - Open question

Op welke breedte is het in de winter de hele dag donker?
A
5° N.B.
B
35° N.B.
C
55° N.B.
D
85° N.B.

Slide 27 - Quiz

Hoe wordt het genoemd als het in de winter dag en nacht donker is?

Slide 28 - Open question

Heb je behoefte aan meer uitleg over §3.2?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Aan het werk
Wat?
Maken §3.2: opdracht 4 en 5
Waar?
Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?
15 minuten; zelfstandig of samenwerken
Vragen via chat of microfoon
Klaar?
Maken §3.2: opdracht 7
Filmpjes 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Afsluiting

Slide 33 - Slide

Huiswerk voor 25-3
  • Maken §3.2: opdracht 4 en 5

Slide 34 - Slide

Wat heb je vandaag
geleerd?

Slide 35 - Mind map