Les 1 de baby en de peuter

Osract

periode 1 les 1

De baby en de peuter

Wat gaan we doen?

* 

Opdracht vooraf

Schrijf alle woorden die vandaag hoort en nog niet kende op

Leerdoelen

Aan het eind van de les: 

* Weet je wat ontwikkelingsfases zijn

* Kun je de

lichamelijke en motorische

verstandelijke of cognitieve

sociaal-emotionele

ontwikkeling van de baby en de peuter benoemen

Levensfasen van een mens:

baby

peuter

kleuter

schoolkind

puber

adolescent

volwassene

oudere 

Ontwikkeling van de mens

De mens ontwikkelt zich 

• lichamelijk en motorisch
• verstandelijk of cognitief
• sociaal-emotioneel

Lichamelijke en motorische ontwikkeling

Het lichaam ontwikkelt

De bouw van je lichaam verandert

je leert bepaalde bewegingen

verstandelijke of cognitieve ontwikkeling

Het verstand en leervermogen

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Het gevoelsleven en de persoonlijkheid ontwikkelen zich

Het contact met andere mensen

Motorische ontwikkeling

sociaal emotionele ontwikkeling

cognitieve ontwikkeling

Leren lezen, kleuren herkennen

het leren van bewegingen

gevoelens voor anderen, emapthie

De baby herkent zijn oma.

1. sociaal-emotioneel
2. Lichamelijke ontwikkeling
3. Motorische ontwikkeling

Een blokkentoren leren bouwen is:

1. sociale ontwikkeling
2. emotionele ontwikkeling
3. Motorische ontwikkeling

Baby

0 tot anderhalf jaar

Welke leeftijd heeft een baby

1. 0 tot 12 maanden
2. 0 tot 18 maanden
3. 0 tot 24 maanden
4. 0 tot 4 jaar

Wat is wel een kenmerk van de doelgroep baby?

1. Zindelijk worden
2. Brabbelen en éénwoordzinnen
3. Klimmen
4. Logisch nadenken

Baby's maken eerst nog geen bewuste gerichte bewegingen maar handelen vanuit reflex (bijv. grijpreflex en zuigreflex)

1. Waar
2. Niet waar

Lichamelijke en motorische ontwikkeling baby

* Grove motoriek ontwikkelt snel

* Rollen, zitten, kruipen en lopen

* Niet alle baby's kruipen

* Ontwikkelen zintuingen: een baby ziet, ruikt, proeft en voelt

verstandelijke of cognitieve ontwikkeling baby

* 6 maanden geluidjes

* Rond 10 maanden praten (verschilt)

* Einde baby fase woorden combineren

* Een baby leert door herhaling

* leert door gebruik zintuigen

Sociaal-emotionele ontwikkeling baby

* Hechting

* Veiligheid

* Gericht op mensen, maar kan nog niet samen spelen

* 7 maanden eenkennig

* Baby's beleven plezier en lust vooral via de mond door te zuigen en te sabbelen

Opdracht in groepjes

Bedenk 3 activiteiten die je met een baby kan doen

Onderzoek hoe je de zintuigen van een baby passend kan stimuleren. 

Ontwikkelingsfase de peuter

Peuterfase

0

Wat zagen we gebeuren tijdens het filmpje

Groepsgesprek

taalontwikkeling

• Eerst tweewoordzinnetjes ( pop stout / poes eten)
•  Daarna driewoordzinnen ( daar snoep eten / auto hans mee) 
• Leren dat alles een naam heeft ( warm, koud, bal, hard, groot) 

• Leren dat alles in perspectief staat ( in, op, boven, onder)

Het denken 

• Concreet denken: denken van peuter richt zich alleen op hier en nu.

• Magisch denken: geen onderscheid maken tussen werkelijkheid en fantasie.
•  Animistisch denken: menselijke eigenschappen toekennen aan levenloze dingen
  

Sociale persoonlijkheidsontwikkeling

• Normbesef: Het vormen van het geweten.
• Egocentrisme: Bekijkt de wereld van eigen ervaring, eigen gevoelens. Niet kunnen inleven.
• Behoefte aan sociale contacten. Eerst samen-naast- elkaar spelen dan samenspelen.
  

Er wordt ook wel gesproken over peuterpubertijd omdat peuters zo koppig zijn en vaak 'nee' zeggen

1. Waar
2. Niet waar

De peuterfase kenmerkt zich door:

1. Koppigheid en ik-besef
2. Lengtegroei
3. De ontwikkeling van de fijne motoriek
4. Samen delen en spelen

Een peuter kan zich al goed in een ander verplaatsen, een peuter heeft empathie

1. Waar
2. Niet waar

Een peuter is meestal al helemaal zindelijk

1. Waar
2. Niet waar

Driftbuien bij peuters hebben te maken met veel willen maar het nog niet kunnen

1. Waar
2. Niet waar

De meeste kinderen zijn eerder zindelijk voor ontlasting dan voor urine

1. Waar
2. Niet waar

Opdracht

Ga op zoek naar knutselopdrachten voor peuters

Voer minimaal 1 van de knutselopdrachten die je met peuters kan doen uit.