This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
WELKOM BIJ NEDERLANDS!
Inloggen LessonUp;
Zitten volgens plattegrond;
Pak je materiaal voor.
Slide 1 - Slide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 4 - Taal
1. Lesdoelen
2. Huiswerk nakijken
3. Terugblik vorige les
4. Taalverandering: tekst lezen + vragen
5. Opdrachten
6. Evalueren en afsluiten
Slide 2 - Slide
Je leert wat het begrip 'taalvernieuwing' betekent;
Je leert wat het begrip 'straattaal' betekent;
Je leert wat 'leenwoorden' zijn
Lesdoelen
Slide 3 - Slide
Huiswerk
We kijken opdracht 2 na uit §2 op blz. 92-93
Noteer de goede antwoorden in je schrift!
Slide 4 - Slide
§3 Taalverandering
Blz. 94-95
Slide 5 - Slide
Begrippen - Samen de tekst lezen op blz. 94 -
Leenwoord - woord dat is overgenomen uit een andere taal.
Taalvernieuwing - het verschijnsel dat taal steeds verandert en dat er woorden bijkomen.
Straattaal - taal de afwijkt van de standaardtaal en vooral door jongeren op de straat wordt gesproken.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Voorbeelden van leenwoorden in het Nederlands
Slide 8 - Mind map
Straattaalwoorden van nu?
Slide 9 - Mind map
Ontlening. We nemen een woord volledig over uit een andere taal.
Samenstelling. Twee woorden worden samengevoegd tot één.
Een hele nieuwe vorm. Dit komt niet heel vaak meer voor.
Hoe ontstaan nieuwe woorden dan?
Slide 10 - Slide
Dat betekent dat mensen de nieuwe woorden maar voor een korte periode gebruiken. Wordt het woord wel langer gebruikt? Dan komt het woord in het woordenboek. Denk maar eens aan de woorden die tijdens covid zijn ontstaan:
raamvisite, hoestschaamte.
Nieuwe woorden zijn trendgevoelig
Slide 11 - Slide
Wat?
Cursus 4, paragraaf 3: Taalverandering
Maken: opdracht 2 & 4 (blz. 94-95)
Hoe?
Zelfstandig. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp
Steek je vinger op, de docent komt bij je.
Tijd
Tot de laatste vijf minuten van de les.
Klaar?
Maak een korte samenvatting van paragraaf 3 in je schrift.
Aan de slag
Slide 12 - Slide
Je leert wat het begrip 'taalvernieuwing' betekent;