Cursus 7-6: Mixopdrachten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Doel van deze les

Herhalen van de leerstof uit cursus 7: spelling

Hoofdletters

Schrijf een hoofdletter:

• aan het begin van elke zin
• bij namen
• bij woorden die van namen afgeleid zijn

Leestekens

-d of -t?

Woorden die eindigen met een t-klank

Zo'n woord schrijf je:

soms met een -t: olifant

soms met een -d: paard

Door de verlengproef weet je welke letters je moet gebruiken

Verlengproef

Maak het woord langer door er -e, -en of -eren achter te zetten

Hoor je een -t? Schrijf dan een -t aan het eind 

Hoor je een -d? Schrijf dan een -d aan het eind

Meervoud

Een meervoud maak je meestal door -en of s achter het woord te zetten 

Let op!

Soms moet je daarnaast nog:

• een -f in een -v veranderen
• een -s in een -z veranderen
• de laatste letter (medeklinker) verdubbelen
• een a, e, o of u (klinker) weghalen

Verkleinwoorden

Een verkleinwoord maak je meestal door -je achter het woord te zetten

Let op!

Soms moet je daarnaast nog andere letters toevoegen:

• -pje: arm - armpje
• -tje: tuin - tuintje
• -etje: slang - slangetje

Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -ng, moet je soms de -g vervangen door -k

Koning - koninkje

Vergoeding - vergoedinkje

Zelf aan de slag!

• Nu mag je zelf aan de slag.

• Maak in je online boek alle opdrachten bij §7: mixopdrachten

• Klaar? Dan ga je in je online boek 'trainen'