Steden en staten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Steden en Staten gezicht op Gemert

leerdoelen

- Kun je de verschillen tussen de tijd van Monniken en Ridders en de tijd van Steden en Staten benoemen

- Kun je de overeenkomsten tussen de tijd van Monniken en Ridders en de tijd van Steden en Staten benoemen

- Kun je de economische ontwikkelingen benoemen en herkennen in bronnen

- Kun je de ontwikkelingen in sociale verschillen benoemen en herkennen in bronnen

- Kun je het begrip Standplaatsgebondenheid benoemen en toepassen in bronnen

Leerdoelen vervolg

- Kun je continuïteit en verandering benoemen en herkennen

- Kun je oorzaak en gevolg op de korte en de lange termijn benoemen en herkennen in bronnen

- Kun je de jaartallen herkennen en gebruiken

- Kun je de begrippen toepassen en gebruiken

- Kun je de betrokken personen in de tijd plaatsen

- Kun je het keerpunt uitleggen

begrippen

specialiseren

handelscentrum

bankier

burger

standenmaatschappij

derde stand

kathedraal

standplaatsgebondenheid

stadsmuur

gilde

educatie

leerling

meester

gezel

meesterstuk

jaarmarkt

stadsrekening 

jaartallen

1000-1400

1148

personen

Graaf Thibault II van Champagne

Franciscus van Assisi

Jacques Coeur

Clara van Assisi

Francesco Datini

Jeanne d'Arc

Jakob Fugger

opdrachten

Zijn de volgende begrippen op de goede manier gebruikt?

De Derde Stand was bestuurlijk zeer belangrijk

1. ja
2. nee

De economie werd een geldeconomie

1. ja
2. nee

Een gezel moest een meesterstuk maken als afronding van zijn opleiding

1. ja
2. nee

Leerlingen en gezellen schilderden mee aan het werk van bijvoorbeeld Rembrandt

1. ja
2. nee

Door de verbetering van de landbouw kwam er specialisatie

1. ja
2. nee

Een gilde was voor iedereen toegankelijk

1. ja
2. nee

Wat is geen kenmerk van de tijd van Steden en Staten?

1. De opkomst van steden
2. Het ontstaan van meer regels en wetten
3. De toename van het aantal boeren
4. De opkomst van staten

wat gebeurde er in de tijd van de steden en staten?

1. opkomst van de handel in de steden
2. hervorming
3. ontdekkingsreizen
4. renaissance

Uit de handelsrekeningen blijkt dat er een geldeconomie is ontstaan

1. ja
2. nee

Uit de bron blijkt dat bankiers hogelijk werden gewaardeerd

1. ja
2. nee

Wat zie je? Is dit economie of sociale verschillen? Onderbouw met beeldelementen

Wat zie je? Is dit economie of sociale verschillen? Onderbouw met beeldelementen

Wat zie je? Is de maker van de prent positief of negatief? Onderbouw met beeldelementen

Dit is de Guldensporenslag. Kun je zien wie er winnen of verliezen? Toon aan. Is dat bijzonder? Want?

Wat zie je? Wat betekent dat? Gebruik beeldelementen

Ik zal ten allen tijde het Stukadoorsvak en mijn vakkennis uitdragen.

Ik zal alles in het werk stellen om de hoogst haalbare kwaliteit te leveren.

Ik zal de eervolle titel ‘Meester Stukadoor’ nimmer misbruiken.

Ik zal elk aangesloten Gildelid behandelen als een broeder.

Ik zal me volledig bekwamen op het gebied van nieuwe en oude vaktechnieken en nieuwe en oude materialen.

Ik verplicht mezelf kwaliteitscontroles toe te laten op het werk dat valt onder de werkingssfeer van het Stucgilde. Controles die, naar mening van de controlerende instantie, negatief voor mijn bedrijf uitvallen, zal ik melden aan het bestuur van het Stucgilde.

Ik zal het werk dat naar mening van de Algemene Vergadering van het Gilde slecht is uitgevoerd kosteloos herstellen of door een Gildebroeder tegen vergoeding van een reële kostprijs laten herstellen.

In geval van vaktechnische vragen en problemen zal ik altijd bij mijn Gildebroeders te rade gaan.

Omgekeerd zal ik een Gildelid te allen tijde behulpzaam zijn en bereid zijn om vaktechnische problemen te helpen oplossen.

Ik zal mijn medewerkers, indien van toepassing, in de gelegenheid stellen zich volledig te bekwamen in het Stukadoorsvak en ze te brengen op het hoogste vaktechnische niveau

Waar gaat de vorige slide over? Toon aan? Past dat in de tijd? Toon aan

Stelling: Ik zie in deze prent specialisatie

Welke sociale lagen zie je in de stad

De adel heeft invloed op de steden

De koning heeft voordeel van de verkoop van stadsrechten

Dit is een kaartje van de Hanze?

De Hanze had afspraken om beter te kunnen handelen?

1. ja
2. nee

Het centrum van de Hanze lag in Brugge

Ingrediënten Middeleeuwse koek

Suyckercoecken

1 tl kaneelpoeder

2 lange pepers

staartpeper

0.5 tl nootmuskaat

1 tl korianderzaad

1 tl gemberpoeder

2 foelie

1 tl kardemompeulen

2 kruidnagels

100 g bloem

100 g roggemeel

160 ml honing

slagroom

wat zegt slide 32 over de handel?
Voor welke sociale laag is dit recept bestemd