Lidwoorden

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue !

Aujourd'hui

• Finir B Lire
  

• Fais les exercices:
  

10b

11a, 11b

12a, 12b

• Nieuwe grammatica: lidwoorden 
  

Lire un petit texte

Fini ? Vocabulaire A + B via quizlet leren

Lidwoorden

de, het, een 

de / het 

- "de" of "het" vertaal je met 
le / la / l' / les

- zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk of vrouwelijk
In de woordenlijst leer je of een woord mannelijk of vrouwelijk is

Vrouwelijk enkelvoud

Voor vrouwelijke woorden gebruik je la of l'

la fille, la mère, la table

l'abeille, l'Espagne --> woorden die beginnen met een klinker of stomme h

Welke klinkers ken je?

Mannelijk enkelvoud

Voor mannelijke woorden gebruik je le of l'

le garçon, le père, le tableau

l'enfant, l'oncle, l'hôtel --> woorden die beginnen met een klinker of stomme h

Mannelijk/vrouwelijk meervoud

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -s zijn meestal meervoud. (-s niet uitspreken)

les filles, les garçons, les abeilles, les hôtels, etc.

... grand-mère

... grand-père

... bébés

... fille

le

la

la

les

Vul de open plekken in.
(1) ... tente est ici, à (2) ... piscine.

Vul de open plekken in.
Bon appètit ! (1)... chat mange (2) ... saucisses.

Vul de open plekken in.
Charlotte est (1) ... ami de (2) ... famille.

Wat zie je op de foto (meervoud!)?

Wat zie je op de foto? (meervoud)

Wat zie je op de foto? (meervoud)

Een

Je weet nu hoe je "de" en "het" vertaalt. Hoe zit dat met "een"

le garçon (de jongen) = un garçon (een jongen)

la fille (het meisje) = une fille (een meisje)

Au travail

Fais: 16A, 16C, 16D

17A, 17D

18

Leren woordjes A, B