Toetsvoorbereiding

Toetsvoorbereiding
Christendom
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toetsvoorbereiding
Christendom

Slide 1 - Slide

Welk feest viert de geboorte van Jezus Christus?
A
Kerstmis
B
Pinksteren
C
Pasen
D
Hemelvaart

Slide 2 - Quiz

Wat wordt gevierd met Pinksteren?
A
De opstanding van Jezus
B
De neerdaling van de Heilige Geest
C
De geboorte van Jezus
D
Het Laatste Avondmaal

Slide 3 - Quiz

Wat herdenken we met Pasen?
A
Het Laatste Avondmaal
B
De geboorte van Jezus
C
De kruisiging van Jezus
D
De opstanding van Jezus Christus

Slide 4 - Quiz

Wanneer wordt Kerstmis gevierd?
A
26 december
B
25 december
C
1 januari
D
24 december

Slide 5 - Quiz

Hoe oud was Jezus toen hij stierf?
A
Zestig
B
Vijftig
C
Veertig
D
Dertig+drie

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord 'Jezus'?
A
Koning, Heerser
B
Leraar, Genezer
C
Profeet, Apostel
D
Redder, Verlosser

Slide 7 - Quiz

Wat is de naam van het ritueel waarbij brood en wijn worden gedeeld ter herdenking van Jezus' laatste avondmaal?
A
Vormsel
B
Biecht
C
Avondmaal
D
Doop

Slide 8 - Quiz

Wat is de naam van het ritueel waarbij water wordt gebruikt om iemand te verwelkomen in de kerk?
A
Vormsel
B
Doop
C
Communie
D
Biecht

Slide 9 - Quiz

Waarom vertelde Jezus gelijkenissen aan zijn volgelingen?
A
Om kritiek te vermijden
B
Omdat Zijn volgelingen het anders niet zouden snappen
C
Om spirituele waarheden duidelijk te maken
D
Om een geheime boodschap over te brengen.

Slide 10 - Quiz

Wat symboliseert de zaaier in de gelijkenis van de zaaier?
A
Het zaad van het evangelie
B
De vruchtbaarheid van de grond
C
Een boer die zijn oogst verliest
D
Een boer die zaait

Slide 11 - Quiz

Wat is het laatste boek van het Nieuwe Testament?
A
Handelingen
B
Romeinen
C
Openbaring
D
Efeziërs

Slide 12 - Quiz

Hoeveel boeken bevat de protestantse versie van de Bijbel?
A
66
B
72
C
54
D
60

Slide 13 - Quiz

Wat is de oudste tekst in de Bijbel?
A
Exodus
B
Psalmen
C
Genesis
D
Jesaja

Slide 14 - Quiz

Wat is 'voorspraak heiligen' in het katholicisme?
A
Het vragen van heiligen om voor ons te bemiddelen
B
Het eren van heiligenbeelden
C
Het lezen van heilige geschriften
D
Het vieren van heilige feestdagen

Slide 15 - Quiz

Wat was de invloed van de Reformatie op de kerk?
A
Toename van pauselijk gezag
B
Stichting van nieuwe kloosters
C
Splitsing in verschillende kerkelijke stromingen
D
Versterking van de inquisitie

Slide 16 - Quiz

Wat was een centraal thema tijdens de Reformatie?
A
Verering van heiligen
B
Kerkelijke hiërarchie
C
Sola Scriptura (alleen de Schrift)
D
Heilige sacramenten

Slide 17 - Quiz

Welke paus leidde tot het grote schisma?
A
Alexander VI
B
Clemens VII
C
Urbanus VI
D
Innocentius III

Slide 18 - Quiz

Wanneer vond het grote schisma plaats?
A
1525-1550
B
1450-1480
C
1378-1417
D
1295-1314

Slide 19 - Quiz

Welke van de twee stromingen heeft het celibaat voor priesters?
A
Katholicisme
B
Protestantisme
C
Calvinisme
D
Doopsgezinden

Slide 20 - Quiz

Welke stroming heeft meer nadruk op persoonlijke interpretatie van de Bijbel?
A
Katholicisme
B
Anglicanisme
C
Protestantisme
D
Lutheranisme

Slide 21 - Quiz

Wat is een belangrijk verschil tussen het protestantisme en het katholicisme?
A
De rol van de paus
B
De rol van de priester
C
De Bijbel als enige autoriteit
D
Het aantal sacramenten

Slide 22 - Quiz

Wat was de belangrijkste kritiek van Maarten Luther op de kerk?
A
De pauselijke onfeilbaarheid
B
De kerkinquisitie
C
Het ontbreken van sacramenten
D
De verkoop van aflaten

Slide 23 - Quiz

Wat was de impact van Maarten Luther op de kerk?
A
De afschaffing van het christendom
B
Het herstel van de katholieke eenheid
C
De versterking van de pauselijke macht
D
Het ontstaan van de protestantse beweging

Slide 24 - Quiz

Wie heeft de canon bijbel samengesteld?
A
De paus
B
Keizer Constantijn
C
De kerkvaders
D
Jezus

Slide 25 - Quiz

Welke vertaling van de Bijbel is een bekende Nederlandse versie?
A
Statenvertaling
B
HSV
C
Herziene Willibrordvertaling
D
NBV

Slide 26 - Quiz

In welke taal werd het Nieuwe Testament oorspronkelijk geschreven?
A
Latijn
B
Hebreeuws
C
Aramees
D
Grieks

Slide 27 - Quiz

Waarom worden relikwieën vereerd?
A
Omdat ze worden gezien als heilig en krachtig.
B
Omdat ze zeldzaam zijn
C
Omdat ze geluk brengen
D
Omdat ze veel geld waard zijn

Slide 28 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een relikwie?
A
Een standbeeld van een koning
B
Een oude vaas
C
Een zwaard van een ridder
D
Een stuk van het kruis van Jezus.

Slide 29 - Quiz

Wat zijn relikwieën?
A
Overblijfselen van heilige personen of voorwerpen.
B
Stukken van meteorieten
C
Fossielen van dinosaurussen
D
Oude munten

Slide 30 - Quiz