De Sinterklaas quiz

De Sinterklaas quiz
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 18 min

Items in this lesson

De Sinterklaas quiz

Slide 1 - Slide

Wat is de officiële naam van Sinterklaas?
A
Sint Nico
B
Sint Nicolaas
C
Sinterklaas
D
Sint Klaas Jan

Slide 2 - Quiz

Waar kwam Sinterklaas aan dit jaar?
A
Amstelveen
B
Hardewijk
C
Groningen
D
Gorinchem

Slide 3 - Quiz

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

Slide 4 - Drag question

Op welke datum is Sinterklaas jarig?
A
4 december
B
5 december
C
6 december
D
7 december

Slide 5 - Quiz

In welk land is Sinterklaas geboren?
A
Spanje
B
Amsterdam
C
Gorinchem
D
Turkije

Slide 6 - Quiz

Wat was Sint-Nicolaas van beroep?
A
Priester
B
Herbergier
C
Edelman
D
Smit

Slide 7 - Quiz

Wat draagt Sinterklaas vaak op zijn hoofd?
A
Een tabberd
B
Een kroon
C
Een muts
D
Een mijter

Slide 8 - Quiz



Bij welke voetbalploeg speelde
Sinterklaas?
A
FC Barcelona
B
Manchester United
C
Real Madrid

Slide 9 - Quiz

Stelling: Er zijn alleen maar bruine chocoladeletters te koop.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Salinero
B
Americo
C
Ozosnel
D
Witje

Slide 11 - Quiz

Vanaf de 15e eeuw werd voor het eerst de schoen gezet.
Dat was in de kerk ...
A
voor de kinderen
B
voor de armen
C
voor de rijken
D
voor volwassenen

Slide 12 - Quiz

Welk woord is fout gespeld?
A
Taajtaaj
B
Pepernoot
C
Marsepein
D
Chocola

Slide 13 - Quiz

Waarin houdt Sinterklaas bij of je wel lief bent geweest dit jaar?
A
Hij heeft daar een app voor
B
Dat doet de hoofdpiet voor hem
C
Op zijn tablet
D
In het grote boek

Slide 14 - Quiz

Hoeveel letters zitten in het woord Sinterklaas?
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 15 - Quiz

Stelling: De kerstman bestond eerder dan Sinterklaas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat is zwaarder: 1000 gram pepernoten of 1 kg marsepein.
A
1000 gram pepernoten
B
1 kg marsepein
C
Ze zijn even zwaar

Slide 17 - Quiz

Welke chocoladeletter wordt over het algemeen het meest verkocht?

A
I
B
S
C
M
D
P

Slide 18 - Quiz

More lessons like this