This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Welkom!
4.4 Percentages als decimaal getal
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Nieuwe theorie
Oefenopgave
Zelfstandig werken aan opdrachten.
Slide 2 - Slide
Wat zijn de leerdoelen?
Je leert procenten schrijven als een decimaal getal.
Je leert rekenen met een percentage als decimaal getal.
Slide 3 - Slide
Percentages als decimaal getal
Om bij een percentage het bijbehorende decimale getal te vinden, moet je het percentage delen door 100.
Vb. 85 % = 0,85
0,125% = 0,00125
230% = 2,3
12% van 200 kan dus berekend worden als 0,12 x 200 =24
Slide 4 - Slide
Formules:
decimaal percentage x totaal = deel
deel : totaal = decimaal percentage
Nieuw:
deel : decimaal percentage = totaal
Voorbeelden
0,12 x 200 = 24
24 : 200 = 0,12
24 : 0,12 = 200
Slide 5 - Slide
Opgave 7
Van de beschikbare kaarten is 36,5% verkocht.
Hoeveel kaarten zijn er in totaal beschikbaar?
Slide 6 - Slide
Opgave 7
Van de beschikbare kaarten is 36,5% verkocht.
Hoeveel kaarten zijn er in totaal beschikbaar?
deel : decimaal percentage = totaal
Slide 7 - Slide
Opgave 7
Van de beschikbare kaarten is 36,5% verkocht.
Hoeveel kaarten zijn er in totaal beschikbaar?
deel : decimaal percentage = totaal
400000 : 0,365 = 1095890,41
Dus 1 095 890 kaarten
Slide 8 - Slide
3% per jaar rente op €500. Op slot voor 5 jaar
Verjaardag
Slide 9 - Poll
Voor het einde van de les
Maak opdracht 5
Slide 10 - Slide
Opgave 5
De huizenprijzen stijgen dit jaar naar verwachting met 4 procent en volgend jaar met 3 procent. De gemiddelde prijs voor een huis was vorig jaar € 225.000,-.
Hoeveel kost een huis volgend jaar gemiddeld?
Slide 11 - Slide
Wat is jouw antwoord op opgave 5?
Slide 12 - Open question
Opgave
Huizenprijs dit jaar: €225 000 stijgt met 4%
€225 000 x 1,04 = €234 000
Huizenprijs volgend jaar: stijgt met 3%
€234 000 x 1,03 = €241 020
Slide 13 - Slide
Voor volgende les
Maken: Alle opdrachten 4.4 Procenten en decimale getallen
Theorie volgende les: Procenten, breuken en verhoudingen
Tip: kijk naar hoofdstuk 3.5: Verhoudingen, breuken en procenten