Bij het MAG-lassen stel je eerste de spanning in en daarna de draadaanvoer-snelheid (stroomsterkte).
Spanning en stroomsterkte zijn afhankelijk van elkaar. Bij een juiste instelling is er sprake van een rustige regelmatige lasboog. (luisteren!)
Is de draadaanvoer-snelheid te hoog, dan stoot de draad in het smeltbad (knetteren). Is hij te laag dan smelt de draad aan de contactbuis vast
Hoe dikker het materiaal, hoe hoger je de spanning moet instellen. Je krijgt een grotere warmte-inbreng die nodig is om het materiaal te smelten.