1.3 Lezen les 5

  • Goedemorgen

  • Mobiel in telefoontas
  • Boek en etui op tafel
  • Zitten op de plek waar je naambordje staat
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

  • Goedemorgen

  • Mobiel in telefoontas
  • Boek en etui op tafel
  • Zitten op de plek waar je naambordje staat

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Even terugkijken en alles kort herhalen
  • Samen de laatste leesopdracht maken

Slide 2 - Slide

1.3 Lezen 
Leerdoelen
In deze paragraaf heb je geleerd:
  • een titel en een tussenkopje herkennen 
  • hoe je het onderwerp van een tekst vindt
  • een alinea herkennen

Slide 3 - Slide

Een paar vragen over deze paragraaf.
Steek je vinger op wanneer je het antwoord wil geven.



Slide 4 - Slide

Vraag
Hoe herken je de titel van een tekst?

Slide 5 - Slide

Antwoord
Hoe herken je de titel van een tekst?

Bijna alle teksten hebben een titel.
Die staat boven de tekst.
De letters zijn vaak groter.

Slide 6 - Slide

Vraag
Wat is het onderwerp van een tekst?

Slide 7 - Slide

Antwoord
Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst is
waar een tekst over gaat.

Slide 8 - Slide

Vraag
Hoe kun je het onderwerp van een tekst vinden?

Slide 9 - Slide

Antwoord
Hoe kun je het onderwerp van een tekst vinden?
Lees de titel,
Kijk naar de plaatjes,
kijk naar vet- of schuingedrukte woorden
Stel de vraag: 'waar gaat de tekst over?'

Slide 10 - Slide

Vraag
Wat is een alinea?

Slide 11 - Slide

Antwoord
Wat is een alinea?

Een alinea is een tekstblokje van twee of meer zinnen die bij elkaar horen.

Slide 12 - Slide

Vraag
Hoe kun je een alinea herkennen?

Slide 13 - Slide

Antwoord
Hoe kun je een alinea herkennen?

- Het begint op nieuwe regel
- Er staat een witregel tussen
- Soms springt de eerste regel in.

Slide 14 - Slide

Vraag
Kijk goed naar de tekst  die komt.

Hoeveel alinea's tel je?

Slide 15 - Slide

De Afrikaanse olifant 
Olifanten tellen
In het zuiden van Afrika leven heel veel olifanten. Hoeveel en hoe gaat het met ze? Dat is nu bekend. Want die dieren zijn geteld. 
Deze landen wilden graag weten hoeveel olifanten er leven. Maar hoe tel je olifanten in vijf landen? Dat is niet zo makkelijk. 
Niet goed, wel beter.
Deze landen wilden graag weten hoeveel olifanten er leven. Maar hoe tel je olifanten in vijf landen? Dat is niet zo makkelijk. Want het gaat om een heel groot gebied. Het gebied is wel 15 keer groter dan Nederland.

Om de vijf jaar gaan olifantenonderzoekers in de lucht en op het land op zoek naar olifanten en maken daar foto's van. Elke olifant heeft zijn eigen kenmerk en zo herkennen de onderzoekers ze.

Slide 16 - Slide

De Afrikaanse olifant 
Olifanten tellen
In het zuiden van Afrika leven heel veel olifanten. Hoeveel en hoe gaat het met ze? Dat is nu bekend. Want die dieren zijn geteld. 
Deze landen wilden graag weten hoeveel olifanten er leven. Maar hoe tel je olifanten in vijf landen? Dat is niet zo makkelijk. 
Niet goed, wel beter.
Deze landen wilden graag weten hoeveel olifanten er leven. Maar hoe tel je olifanten in vijf landen? Dat is niet zo makkelijk. Want het gaat om een heel groot gebied. Het gebied is wel 15 keer groter dan Nederland.

Om de vijf jaar gaan olifantenonderzoekers in de lucht en op het land op zoek naar olifanten en maken daar foto's van. Elke olifant heeft zijn eigen kenmerk en zo herkennen de onderzoekers ze.
1
2
3
4

Slide 17 - Slide

1.3 Lezen - huiswerk bespreken
  • Bespreken opgave 12 (blz. 25)



Slide 18 - Slide

1.3 Lezen
  • Samen de leestaak maken op blz. 26-28 opgave 14 t/m 17

  • We maken eerst opgave 14 samen

  • De vragen en antwoorden komen ook hier op het bord
      Schrijf wel mee in je werkboek




Slide 19 - Slide

Bekijk tekst 5 op blz. 26
  • Vraag 14a De titel van de tekst is:
  • Antwoord : Elfjarige jongen uit Nigeria danst ballet in de regen en verovert de wereld

  • Vraag 14b Schrijf de tussenkopjes onder elkaar.
  • - Trots
      - Dansen is een deel van mijn leven
      - Advies van Antony's moeder





Slide 20 - Slide

Bekijk tekst 5 op blz. 26
  • Vraag 14c De tekst heeft hoeveel alinea's?
  • Antwoord : 7

  • Vraag 14d Hoe kun je de alinea's herkennen in deze tekst? Je mag meerdere antwoorden geven.
  • B en C zijn de goede antwoorden

  • Vraag 14e Wat is het onderwerp van de tekst?
     C is het goede antwoord





Slide 21 - Slide

1.3 Lezen
  • Samen de leestaak maken op blz. 26-28 opgave 14 t/m 17

  • We lezen nu samen de tekst op blz. 26.

  • Daarna maken we samen opgave 15 
  • De vragen en antwoorden komen ook hier op het bord
    Schrijf wel mee in je werkboek




Slide 22 - Slide

Lees tekst 5 op blz. 26
  • Vraag 15a Waar woont Anthony?
  • Antwoord : in Nigeria

  • Vraag 15b Hoe weet je dat veel mensen trots op hem zijn? (alinea 2)
  • Zijn video is veel bekeken en heel vaak gedeeld.




Slide 23 - Slide

Lees tekst 5 op blz. 26
  • Vraag 15c Waarom vindt Antony het belangrijk om te laten zien dat er ook mannelijke balletdansers zijn? (alinea 3)
  • In Nigeria zijn er geen mannelijke balletdansers. Hij wil laten zien dat die er wel zijn.

  • Hoe dacht Anthony’s moeder eerst over het dansen van Anthony?
  • Ze vond het onzin.




Slide 24 - Slide

Ga nu zelfstandig aan de slag
  • Maak zelfstandig de vragen 16 en 17.
  • Werk rustig en concentreer je.
  • Heb je een vraag steek dan je vinger op
  • Succes




Slide 25 - Slide

Deze les geleerd

Je hebt nu alles geoefend wat je in de paragraaf lezen hebt geleerd.

Slide 26 - Slide