H10.2 zwanger en bevallen les 7a

Welkom
  • terugblik vorige les
  • Uitleg 10.2 tweelingen
  • huiswerk volgende les
Voortplanting

H10.2   prenataal onderzoek / tweelingen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
  • terugblik vorige les
  • Uitleg 10.2 tweelingen
  • huiswerk volgende les
Voortplanting

H10.2   prenataal onderzoek / tweelingen

Slide 1 - Slide

terugblik vorige les
Vragen over:
  • Leren 10.2 (blz 30-35)
  • Maken opdrachten 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26

Slide 2 - Slide

lesdoelen
  • weten hoe tweelingen ontstaan


Slide 3 - Slide

tweelingen
eeneiige tweeling:




  • één bevruchte eicel die zich splitst
  • hebben zelfde geslacht, lijken sprekend op elkaar

Slide 4 - Slide

tweelingen
twee-eiige tweeling:




  • twee bevruchte eicellen
  • geslacht kan verschillende zijn

Slide 5 - Slide

lesdoelen gehaald?
  • weten hoe tweelingen ontstaan


Slide 6 - Slide

hoe heet deze fase
en wat gebeurt er?
A
Ontsluiting:: baarmoedermond gaat open
B
Nageboorte: baby door vagina naar buiten
C
Nageboorte: placenta verlaat het lichaam
D
Uitdrijving: baby door vagina naar buiten

Slide 7 - Quiz

hoe heet deze fase
en wat gebeurt er?
A
Ontsluiting: baarmoedermond gaat open
B
Ontsluiting: baby door vagina naar buiten
C
Uitdrijving: baarmoedermond gaat open
D
Uitdrijving: baby door vagina naar buiten

Slide 8 - Quiz

hoe heet deze fase
en wat gebeurt er?
A
Ontsluiting: baarmoedermond gaat open
B
Ontsluiting: baby door vagina naar buiten
C
Uitdrijving: baarmoedermond gaat open
D
Uitdrijving: baby door vagina naar buiten

Slide 9 - Quiz

Wat is een wee?
A
opengaan van de baarmoeder
B
samentrekken spieren in de buikwand
C
samentrekken spieren in de baarmoederwand
D
breken van de vruchtvliezen

Slide 10 - Quiz

Dwarsligging
Ligging 1.
Ligging 2
Ligging 3
Stuitligging
Normale ligging

Slide 11 - Drag question

Noem drie manieren van prenataal onderzoek

Slide 12 - Open question

Een twee-eiige tweeling ontstaat uit
A
1 eicel, 1 zaadcel
B
1 eicel, 2 zaadcellen
C
2 eicellen, 2 zaadcellen
D
2 eicellen, 1 zaadcel

Slide 13 - Quiz

Eén-eiige tweelingen
A
lijken niet altijd op elkaar
B
hebben hetzelfde geslacht
C
lijken altijd op elkaar
D
kunnen verschillen van geslacht

Slide 14 - Quiz

Huiswerk volgende les
  • Leren 10.2 (blz 104/106)
  • Maken opdrachten 16 t/m 22

Slide 15 - Slide