Prijs

• Economie & Ondernemen
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Prijs 

Commercieel 

Wat gaan we doen

• Marketinginstrument prijs 
• Hoe wordt prijs bepaald 
• Kostprijs (berekenen)
• Psychologische prijs 
• Koopkracht (berekenen)

Marketinginstrument prijs 

• De verkoopprijs / consumentenprijs -> wat de klant betaald.
• De prijs moet de kosten dekken van de ondernemer.

• De prijs van een product moet passen bij de imago van een bedrijf. 
• De prijs moet winstgevend zijn.
• Prijsconcurrentie  

Wat heeft vraag en aanbod met de prijs te maken?

Kostprijs 

• De inkoopwaarde per product + de bedrijfskosten per product = de kostprijs.
• Om winst de te maken moet je verkoopprijs hoger zijn dan je kostprijs.
• Kostprijs kan je ook berekenen. 

Kostprijs cup cakes berekenen 

• Je verkoopt 200 stuks cup cakes, waarvan de inkoopwaarde €175,00 is. 
• Je bedrijfskosten zijn  €225,00

Kostprijs = inkoopwaarde + bedrijfskosten 

€175,00 + €225,00 = €400,00

Wat is de kostprijs als een spijkerbroek voor €25,- wordt ingekocht en bedrijfskosten €30,- zijn?

1. €5,00
2. €45,00
3. €55,00
4. €50,00

Consumentenprijs   =  prijs die wij in de winkel betalen

Consumentenprijs berekenen

Inkoopprijs
brutowinstmarge
__________________ +
Netto verkoopprijs
btw
__________________ +
Bruto verkoopprijs = Consumentenprijs

Omzet = opbrengst van de verkoop

omzet = afzet (hoeveel verkoop ik) x verkoopprijs 

Als ik 10 agenda's verkoop voor  €5,-,

heb ik een omzet van: 10 x €5 = €50,- 

Wat betekent omzet?

1. Dat is hetzelfde als de winst
2. De totale opbrengst die het bedrijf ontvangt

Wat is winst?

Psychologische prijs

• Waarom???
• Zodat mensen denken dat het product goedkoper is. 
• Dit kan door:  in te spelen op het gevoel bij een bepaalde prijs: €9,85 lijkt goedkoper dan €10,00. 

Wat is het doel van een Psychologische prijs?

Koopkracht 

• Koopkracht betekent hoeveel je kunt kopen met je inkomen.
• Hoeveel je kunt kopende is afhankelijk van:

       - je inkomen 

       - prijzen 

• Als je inkomen meer stijgt dan de prijzen kan je meer kopen 
• Als de prijzen meer stijgen dan je inkomen kan je minder kopen met je inkomen.

Koopkracht berekenen 

De prijs van een hamburger in een snackbar is €3,00. 

Je hebt €39,00 op zak.

Hoeveel hamburgers kun je kopen met je geld?

€39,00 : €3,00 = 13 hamburgers 

Een bioscoopkaartje kost €12,00 en jij hebt €144,00 op zak. Hoeveel kaartje kun je kopen?

Als de prijzen van producten stijgen, maar jouw inkomen niet. Wat gebeurt er dan met je koopkracht?

1. Je koopkracht wordt minder
2. Je koopkracht wordt meer
3. Je koopkracht blijft gelijk