Evolutie

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Veel planten maken stoffen die hen beschermen tegen vraat door insecten. Plantenalkaloïden zijn zulke stoffen. Bij het Jacobskruiskruid blijkt het gehalte aan alkaloïden te variëren van 0% tot 1% van het drooggewicht. Deze verscheidenheid berust op verschillen in genotype. Een leerling verwachtte dat alle jacobskruiskruidplanten een hoog gehalte aan alkaloïden zouden hebben. Hij baseerde zijn verwachting op zijn kennis van erfelijkheid.
Noem de naam van het proces dat kan leiden tot uitsluitend jacobskruiskruidplanten met een hoog alkaloïdgehalte.

Slide 4 - Open question

Darwin gebruikte bij het opstellen van zijn evolutietheorie het begrip 'survival of the fittest'. Deze uitdrukking wordt meestal vertaald met 'het overleven van de sterksten'.
Welke van de onderstaande individuen worden in deze uitdrukking bedoeld met 'de sterksten'?
A
De individuen die de meeste kracht kunnen leveren.
B
De individuen die het langste leven.
C
De individuen die de meeste nakomelingen krijgen.
D
De individuen van de soorten die boven in de voedselpiramide staan.

Slide 5 - Quiz

Afhankelijk van het dieet kan de snavel van een bepaalde scholekster in veertien dagen veranderen van beitelvormig naar puntvormig. Ook de omgekeerde verandering kan plaatsvinden.
Is deze reversible verandering van de snavelvorm bij deze scholekster een voorbeeld van modificatie, mutatie, recombinatie of selectie?
A
modificatie
B
mutatie
C
recombinatie
D
selectie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zijn de volgende structuren homoloog of analoog?
I Vleugels van een libelle en van een vlinder.
II Vleugels van een vlinder en van een vogel.
III Vinnen van haaien en van dolfijnen.
A
I Analoog II Homoloog III Homoloog
B
I Analoog II Homoloog III Analoog
C
I Homoloog II Analoog III Analoog
D
I Homoloog II Analoog III Homoloog

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide