6.1: Licht en kleur

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 6: Licht

Paragraaf 1: Licht en kleur

Leerdoelen

• Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
• Je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet.
• Je kunt noemen tussen welke golflengten zichtbaar licht ligt.
• Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
• Je kunt uitleggen hoe je de kleur van een voorwerp ziet bij verschillende kleuren licht. 

Natuurlijke lichtbron

Geen lichtbron

Kunst-matige  lichtbron

De kleuren van licht

Uit welke kleuren bestaat zonlicht?

Hoe kun je dat zichtbaar maken?

Voorwerpen zien

Diffuse terugkaatsing

Aan de slag!

Lees blz 66 t/m 69 goed door

Maak opgave 1 t/m 8

Opgave 9 t/m 11 mag je overslaan

Leerdoelen

• Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
• Je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet.
• Je kunt noemen tussen welke golflengten zichtbaar licht ligt.
• Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
• Je kunt uitleggen hoe je de kleur van een voorwerp ziet bij verschillende kleuren licht. 

Hoe kunnen wij onze omgeving zien?

Hoe zien wij gekleurde voorwerpen?

Wat zijn de spectraalkleuren van zonlicht?

Tussen welke golflengtes liggen de kleuren licht die wij kunnen zien?

Wat betekent diffuus terugkaatsen?

Zonlicht bestaat uit verschillende kleuren.
Hoe kun je die kleuren zichtbaar maken?

1. met een bolle lens
2. met een prisma
3. met een spectroscoop
4. met een spiegel

Welke kleuren krijgt het shirt van Ajax onder een natriumlamp?