De urine moet kunnen aflopen: hang de urinezak lager dan plaats waar de sonde zit.
Laat de urinezak niet op de grond hangen.
o Ledig de urinezak regelmatig.
o Vermijd tractie op de leiding.
o De blaassonde en zak vormen samen een gesloten drainagesysteem. Ontkoppelen mag enkel wanneer je de
zak wil vervangen door een schone zak (1x/7dagen).
o Zorg voor een goede hygiëne bij de zorgvrager
o Zorg dat de zorgvrager voldoende drinkt.
o 2 x per dag intiem toilet