Grieks - wat weten jullie al?
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke tijden ken
je in het Grieks?
je in het Grieks?
Slide 2 - Mind map
Welke aoristi ken je?
Slide 3 - Mind map
MODUS
TIJD
optativus
perfectum
indicativus
aoristus
futurum
conjunctivus
Slide 4 - Drag question
Bij welke tijd heb je géén augment
A
imperfectum
B
aoristus
C
perfectum
D
plqmperfectum
Slide 5 - Quiz
Bij welke tijd heb je reduplicatie?
A
aoristus
B
imperfectum
C
perfectum
D
praesens
Slide 6 - Quiz
Wat zijn liquida?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
1e declinatie
2e declinatie
3e declinatie
῾Ο βασιλεὺς
ὁ πατηρ
ἡ μαχη
τὸ δῶρον
ἡ θεός
ὁ νεανιας
Slide 9 - Drag question
Schrijf het rijtje van het lidwoord op
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
αὐτος ἀπέρχεται - wat is de goede vertaling?
A
Hij gaat weg
B
Dezelfde gaat weg
C
Hij stuurt hem weg
D
Hij gaat zelf weg
Slide 12 - Quiz
῾Ο βασιλεὺς αὐτὸς ἥκει- wat is de goede vertaling?
A
Dezelfde koning is gekomen
B
De koning zelf is gekomen
Slide 13 - Quiz
῾Ο βασιλεὺς ὁ αὐτὸς ἥκει- wat is de goede vertaling?
A
Dezelfde koning is gekomen
B
De koning zelf is gekomen
Slide 14 - Quiz
Hoe ging het?
