3.1 stroom en schakelingen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H3 Elektriciteit in huis - 3.1 Stroom en Schakelen. 

Wat kan je niet meer zonder elektriciteit:

Leerdoelen 3.1 

• ik weet wat nodig is voor elektrische stroom 
  
• ik weet wanneer er elektrische stroom kan lopen
• ik weet hoe je een schema teken?

Zonder spanningsbron geen elektrische stroom 

elektrische stroom

• spanning loopt alleen over gesloten stroomkring
  
• Spanning meet je in Volt 
• Spanning duwt Elektronen door stroomkring 
• elektronen transporteren energie van batterij naar lampje 

Schakelschema van een open stroomkring

Schakelschema van een gesloten stroomkring

Wat kan er gebeuren als elektriciteit niet goed wordt aangesloten?

1. stop brandt door
2. groepsschakelaar gaat om
3. brand in huis
4. aardlekschakelaar gaat om

Wat is de spanning van
de elektriciteit thuis?

1. 20.000 V
2. 300 V
3. 10.000 V
4. 230 V

Hoe teken je een schema?

Schakelschema

• Schakeling: 

Elektrische onderdelen die met elkaar verbonden zijn. 

• Schakelschema:

Eenvoudige tekening van een schakeling

Schakelschema

Symbolen

Opdrachten maken

3.1 t/m 15

Klaar?

- nakijken

- verder werken 3.1

Stroomsterkte

• Hoe meer elektronen door de draad per seconde, hoe hoger de stroomsterkte.
• Hoe sneller je telefoon opgeladen

Symbool: I 
Eenheid: ampère (A)
 

Spanning (U)

Op een apparaat staat een spanning.
Dit is de 'pompkracht' wat er voor zorgt dat een apparaat werkt. Dat is dus de energie die geleverd kan worden!

grootheid	symbool	eenheid	symbool
spanning	U	volt	V

Spanning:

• Zorgt ervoor dat er een stroom kan gaan lopen.
• Hoe hoger de spanning, hoe meer elektrische energie elk deeltje heeft.
• Een hoge spanning is niet meteen gevaarlijk.

Stroom:

• Vervoert de elektrische energie.

• Een grote stroomsterkte is gevaarlijk.
  

Wat is een serie schakeling/ wat is een parallel schakeling?

Serieschakeling

Parallelschakeling

Serieschakeling

• Alle onderdelen zitten in 1 stroomkring

• Stroomsterkte (I) overal gelijk
•  Spanning (U) wordt verdeeld over alle onderdelen

• Werkt 1 onderdeel niet dan werkt de rest ook niet meer

• Elk onderdeel heeft zijn eigen stroomkring

•  Spanning (U) is in elk onderdeel hetzelfde. 

• De stroomsterkte (I) verschilt 

• Werkt 1 onderdeel niet dan werken de andere onderdelen nog wel. 
  

Parallelschakeling

Wat moet je daarmee kunnen?

Serie/ parallel herkennen.

Om kunnen tekenen naar schema. 

Hoe meet je de spanning?

Met een spanningsmeter

Hoe meet je de stroomsterkte?

Met een stroommeter

Symbolen

• spanning/voltmeter (V)
• stroom/Amperemeter (A) 

Serie of parallel?

Verklaart dit het stroomschema?

Serie-schakeling	Parallel-schakeling
Stroomsterkte gelijk	Stroomsterkte verschilt
Spanning verschilt	Spanning gelijk