3v-Buch4-3-12

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

2e naamval/Genitiv: m/o

                des Autofahrers (m)

   des Kindes (o)

             des Enkelkindes (o)

                    des Direktor_s____ (m)

                                     des Bürgermeister_s______ (m)

                                       des Einzelkind__es__________ (o)

-es bij 1 lettergreep.

Let op samengestelde zelfs. naamwoorden en einde op -s

=> des Einzelkindes

=> des Krankenhauses

- s bij 2 lettergrepen.

=> des Direktors

Hausaufgabe war:

Schritt 45: Vokabeln D-N und N-D, Seite 97 oder studygo

studygo.com/nl/learn/lists/169198856/hoofdstuk-45vokabeln---vwo-deel-4---schritt-45

Abgeben (inleveren): Woots-Aufgabe Aussprache ich und ACH

Af hebben: Seite 105, Aufgabe 4

Planung:

Dienstag, 3. Dezember: Grammatik üben und lesen

Donnerstag: Du lernst mehr über den Nikolaus und Krampus

Freitag: lernen oder Zwischenstufe machen

Dienstag: Zwischenstufe und letzte Fragen besprechen

Lernziele heute: (Schritt 46)

- Grammatik: Ich kann Sätze ontleden

Aufgabe 4 und woots

- Lesen: Ich kann kurze Briefe oder Mails verstehen

Aufgabe 7 und Stempelaufgabe

= Seite 105

quizizz.com

Lernziele in Schritt 46:

- Lesen: Ich kann kurze Briefe oder Mails verstehen

Seite 107: Aufgabe 7 

+ Seite 117: Abiturtraining 

(Frage 2: Beispiel = voorbeeld; Gegensatz = tegenstelling; 

Zusammenfassung = samenvatting)

Fertig? Seite 109: Stempelaufgabe oder lernen

=> 8 Minuten STILL, letzte 4 Minuten FLÜSTERN

Abiturtraining, Seite 117

A

1. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: im Unterricht, Haut.

2. Over meisjes die te bloot naar school komen en wat scholen daartegen doen.

3. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: op school / in de les, huid

B

1. A

2. A

3. B

4. Een goed antwoord bestaat in de kern uit één van de volgende elementen:

o een brief naar ouders (sturen) / ouders inschakelen

o leerling(en) naar huis sturen

 

Lernen für die Testwoche:

Vokabellisten: Schritt 41 (S.69) und 45 (S.97) D-N und N-D; Schritt 43 (S.82) D-N

Grammatik:

• 1e, 2e, 3e und 4e naamval: DER- und EIN-Gruppe, ihr bekommt ein Schema!

o Schema DER-Gruppe Schritt 43, S.81 => auf Schema

o Schema EIN-Gruppe Schritt 44, S.91 => auf Schema

• Zinsontleding: gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp, S.196 2B

• Voorzetsels 3e en 4e naamval (S.199-200 2I und 2J) => lernen!! D-NL/NL-D

• Meewerkend voorwerp: Schritt 42, S.75

• 2e naamval: Boek 5, Schritt 13, S.125 

Redemittel: Schritt 42 (S. 75) und Schritt 44 (S.92) alleen de vragen leren.