M4 herhaling 7.1

Herhaling 7.1
Mavo 4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling 7.1
Mavo 4

Slide 1 - Slide

9

Slide 2 - Video

02:25
Import of export?
'Action' koopt producten uit China.

A
import
B
export

Slide 3 - Quiz

02:25
Welke stelling over import is juist?
A
Import zorgt voor extra werkgelegenheid.
B
Import leidt tot meer concurrentie.

Slide 4 - Quiz

02:38
Een voordeel van meer export is ...
A
dat de werkgelegenheid daalt.
B
dat de werkgelegenheid stijgt.

Slide 5 - Quiz

02:38
Import of export?
Ik ben op vakantie in Frankrijk.

A
import
B
export

Slide 6 - Quiz

03:16
Heeft Nederland een tekort op de betalingsbalans?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

04:30
Waarom is internationale handel belangrijk voor Nederland? Als je dit niet weet, zoek je het op in je boek (paragraaf 7.1).

Slide 8 - Open question

05:16
Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.

Slide 9 - Open question

05:16
In een land is de waarde van de totale uitvoer € 150 miljard. Het nationaal inkomen is € 405 miljard. Bereken de exportquote. Schrijf je berekening op.

Slide 10 - Open question

06:40
Als een land relatief veel handelt met het buitenland, heeft dit land een ...
A
open economie.
B
gesloten economie.
C
internationale economie.
D
nationale economie.

Slide 11 - Quiz

Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Slide

Noem een voordeel en een nadeel van importeren.

Slide 13 - Open question

Noem een voordeel en een nadeel van exporteren.

Slide 14 - Open question

Wat staat er op de betalingsbalans van ons land?

Slide 15 - Open question

Wat is wederuitvoer?

Slide 16 - Open question

De inwoners van een land verdienen 580 miljard.
Er wordt voor 340 miljard geïmporteerd.
Bereken de importquote.

Slide 17 - Open question

Juist of onjuist?
De exportquote van Nederland is
lager dan de importquote.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz