This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 3: Steden
7 Nederland: land zonder een echt grote stad
§2.1 Leven in de grote stad
Hoofdstuk 2: Steden
In je plenda op woensdag 1 november
□ gemaakt 1 t/m 7 van 2.1
□ geleerd:
o 4 kenmerken stad
o Verschillen megastad/wereldstad
o Verschil arm/rijk leven in megastad
o begrippen 2.1
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1. De vier kenmerken van een stad noemen.
2. Het verschil tussen een hoofdstad, megastad en een wereldstad uitleggen.
3. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt voor arme en rijke mensen.
uitleg
4 ken-merken
uitleg
soorten steden
lesson up oefening
uitleg leven
in een megastad
werken aan weektaak
afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat heeft een stad wel dat een dorp niet heeft?
Slide 3 - Mind map
Wat is een stad?
Een stad heeft vier kenmerken:
Heeft een minimum aantal inwoners (verschilt per land)
Dicht bebouwd in vergelijking met de omgeving
Inwoners werken vooral in de secundaire en tertiaire sector.
Een groot aantal voorzieningen (winkels, werk onderwijs, bestuur) waar ook het omliggende gebied rond de stad gebruik van maakt.
Er zijn drie soorten steden:
Een megastad;
Een wereldstad;
Een hoofdstad.
Secundaire sector = werken in fabrieken.
Tertiaire sector = werken in dienstverlening, je maakt geen product. Bijv. bankieren, docenten, advocaten, winkelverkopers.
Slide 4 - Slide
Drie soorten steden in de wereld
Hoofdstad: bestuurscentrum van het land.
Megastad: minimaal 10 mln inwoners
Wereldstad: groot, belangrijk op wereldniveau op gebied van economie, cultuur en politiek.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
megastad
500.000 - 1 milj inw
5-10 miljoen inw
1-5 miljoen inw
minder dan 500.000 inw
Amsterdam
Utrecht
Rotterdam
New York
St. Petersburg
Londen
Berlijn
Washington DC
Slide 7 - Drag question
Wereldstad
Megastad
Hoofdstad
* bestuurscentrum van het land
* 10 mln inwoners
* belangrijk op wereldniveau
Slide 8 - Drag question
Leven in een megastad
Voordeel
- Er is hier werk;
- Grotere kans op goed onderwijs;
- Kans op een beter leven in de stad groter dan op het platteland.
Nadeel
- Als je arm bent woon je in krottenwijken;
- Veel afval en ziektes.
Slide 9 - Slide
arm land
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
De invloed van de global city groeit
Global cities / wereldsteden Steden met wereldwijde invloed.
De stad heeft dus invloed op de rest van de wereld.
Inwoneraantal maakt niet uit.
Slide 12 - Slide
Leerdoelen
1. De vier kenmerken van een stad noemen.
2. Het verschil tussen een hoofdstad, megastad en een wereldstad uitleggen.
3. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt voor arme en rijke mensen.
uitleg + oefening
werken aan de weektaak:
□ Lezen 2.1
□ Maken 1 t/m 7 van 2.1
□ Leren:
o de 4 kenmerken van een stad
o Verschillen tussen megastad/wereldstad
o Verschil leven in megastad/wereldstad
o De begrippen van 2.1
afsluiting
Slide 13 - Slide
Leerdoelen
1. De vier kenmerken van een stad noemen.
2. Het verschil tussen een hoofdstad, megastad en een wereldstad uitleggen.
3. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt voor arme en rijke mensen.
Slide 14 - Slide
4 kenmerken van een stad. Welk woord hoort er op de letters?
Heeft een minimum aantal aantal ....A.... (verschilt per land); ...B.... bebouwd in vergelijking met het omringde gebied; Een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire en ....C..... sector; Een groot aantal ....D.... (winkels, werk onderwijs, bestuur) voor het gebied rond de stad.
Slide 15 - Open question
Welk type stad is?
Guangzhou in China heeft 34 miljoen inwoners.
A
Wereldstad
B
Megastad
C
hoofdstad
D
geen van allen
Slide 16 - Quiz
Welk type stad is?
Washington DC is een stad in de V.S. en heeft 700.000 inwoners.
A
Wereldstad
B
Megastad
C
hoofdstad
D
geen van allen
Slide 17 - Quiz
Welk type stad is?
Luanda is een stad in Angola en heeft 7,5 miljoen inwoners.
A
Wereldstad
B
Megastad
C
hoofdstad
Slide 18 - Quiz
Schrijf een kort verhaaltje over iemand die opgroeit in een megastad. Kies of die persoon rijk is of arm.
Ga in op het leven als kind en als volwassene. Denk aan school, werk en woning.
Slide 19 - Open question
Leerdoelen
1. De vier kenmerken van een stad noemen.
2. Het verschil tussen een hoofdstad, megastad en een wereldstad uitleggen.
3. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt voor arme en rijke mensen.