Kennen & kunnen lijst Thema 2: macht

1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

KA11
Kunnen beschrijven de veranderingen van de Romeinse tijd naar de vroege middeleeuwen: in de juiste volgorde: wegen, de steden, landbouw, handel. 
Het woord autarkisch in eigen woorden uit kunnen leggen.
Het woord hofstelsel en horigen kunnen uitleggen en gebruiken in een zin.
uit kunnen leggen waarom het hofstelsel ontstond.
De onderdelen van een hof kunnen benoemen en uit kunnen leggen waarom deze onderdelen er waren in een hof

Slide 2 - Slide

 KA12
Je moet kunnen uitleggen dat het feodale stelsel een politiek systeem is en het hofstelsel een economisch systeem is. 
De woorden leenheer, leenman en trouw kunnen gebruiken. 
De uitruil tussen leenheer en leenman kunnen beschrijven
Het  hiërarchisch-systeem dat in het feodale stelsel ontstond kunnen gebruiken.  (voorbeelden van adellijke titels voor leenmannen). 
Wat is de prijs voor de koning van dit systeem van besturen met leenmannen en achterleenmannen en achter-achterleenmannen. 
Het woord decentralisatie kunnen gebruiken. 

Slide 3 - Slide

 KA14
Oorzaken waarom steden rond het jaar 100 ineens weer wel konden gaan groeien.
Locaties waar steden gaan ontstaan en typerende manier waarop steden gebouwd werken en waarom dat zo was.
waarom horigen naar de steden trekken en tot welke gemeenschap zij daar gaan behoren
Uitruil tussen heer en stad
Waarom belasting betalen weer mogelijk werd en het ontstaan van andere onderdelen van de geldeconomie.

Kenmerken van een gilde: verplichtingen én solidariteit


Slide 4 - Slide

 KA15
Wat betekent het woord investituur
Wat betekenen de woorden bisschop en paus
wie heeft er de macht in de katholieke kerk

Waarom de investituurstrijd goed past bij het thema 'macht'
Waarom de keizer de bisschoppen graag aan wilde kunnen wijzen
Waarom de paus niet wilde dat de keizer bisschoppen aan kon wijzen
Het concordaat van Worms

Slide 5 - Slide

KA 17
De betekenis van de begrippen staatsvorming en centralisatie leren kennen en deze woorden leren toepassen.
Dingen kunnen opnoemen die je nodig hebt als land om te kunnen centraliseren

 Uit kunnen leggen waarom staatsvorming in de West-Europese landen verschillend verliep
Kunnen noemen welk land het sterkst centraliseerde en welk land het minste centraliseerde.
Een voorbeeld kunnen noemen van het eerste nationalisme dat in West-Europa ontstond. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

KA23
De begrippen absolutisme en mercantilisme leren kennen.
Uit kunnen leggen wat Lodewijk XIV bedoelde met de uitspraak "L'état c'est moi"
Uit kunnen leggen waarom Lodewijk XIV een groot wantrouwen had had in de adel.
Op kunnen noemen welke doelen Lodewijk XIV voor ogen had en waarom hij dingen veranderde aan de economie, het leger, religie en het bestuur van het land

Slide 11 - Slide

KA 27 & 28
Oefenen: De begrippen standensamenleving en ancien regime herhalen uit de onderbouw.

Weten wat de Verlichting is en wanneer deze plaatsvond. 
Hoe keek men vóór de Verlichting naar de samenleving en de macht en hoe keek men in de Verlichting naar deze onderwerpen. 
Weten hoe nieuwe kennis zich verspreidde in deze tijd
Kennismaken met de begrippen droit divin, volkssoevereiniteit, sociaal contract en trias politica.

Slide 12 - Slide

KA 27 & 30-deel I
Oefenen: De begrippen droit divin, volkssoevereiniteit, sociaal contract en trias politica.

Uit kunnen leggen waarom de democratische revoluties het gevolg waren van de Verlichting
Het beginjaartallen van de Amerikaanse revolutie en de Franse revolutie kunnen noemen
4 oorzaken van de Franse revolutie kunnen noemen
1 directe aanleiding van de Franse revolutie kunnen noemen

Slide 13 - Slide

Opdracht
We gaan een overzicht maken van wie hoeveel macht in handen had in Europa.
1. pak een leeg vel in je schrift + potlood + geodriehoek
2. draai je schrift zo, dat het horizontaal ligt

Slide 14 - Slide

Macht in Europa
Tijdvak
nummer
Titel KA
Is er sprake van gecentraliseerde macht?
Wie heeft of wie hebben de macht?
11
Hofstelsel en horigheid
12
ontstaan feodaalsysteem
13
opkomst handel, ambacht 
14
Opkomst steden
15
Conflict over het primaat
17
Het begin van staatsvorming
23
het streven naar absolute macht

Slide 15 - Slide