This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
4.2. De bouw van botten
Leg blz. 16 van je boek (deel B) open.
Slide 1 - Slide
Herhaling 4.1.
Eerst een herhaling van basisstof 1. Het skelet.
Slide 2 - Slide
Schedel
Schouderblad
Ruggengraat
Heupbeen
Ribben
Knieschijf
Dijbeen
Scheenbeen
Slide 3 - Drag question
Welke onderdelen van het skelet horen bij elkaar?Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode.
Bekken
Borstkas
Schoudergordel
Heupbeenderen en heiligbeen
Ribben, borstwervels, borstbeen
Schouderblad en sleutelbeen
Slide 4 - Drag question
Bekijk de afbeelding. Sleep de namen van de botten in de onderarm naar de juiste plek.
Spaakbeen
Ellepijp
Slide 5 - Drag question
Nummer 3
Nummer 7
Nummer 14
Nummer 15
Nummer 19
Nummer 23
Kuitbeen
Scheenbeen
Handwortelbeentje
Wervelkolom
Schouderblad
Sleutelbeen
Slide 6 - Drag question
Bot P is je ...
A
scheenbeen
B
kuitbeen
C
knieschijf
D
dijbeen
Slide 7 - Quiz
Door je ... sta je rechtop.
A
schedel
B
ruggengraat
Slide 8 - Quiz
Welk bot is in het plaatje te zien?
A
Scheenbeen
B
Schouderblad
C
Schedel
D
Opperarmbeen
Slide 9 - Quiz
Wat wordt er beschermd door de schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen
Slide 10 - Quiz
Al je botten in je lichaam vormen samen de...?
A
Schedel
B
Beenderstelsel of skelet
C
Wervels
D
Bekken
Slide 11 - Quiz
De schedel, bovenkaak en onderkaak noem je samen de ...?
A
borstkas
B
schedelbeenderen
C
wervelkolom
D
ledenmaten
Slide 12 - Quiz
Sleep de namen naar de juiste gekleurde vakken.
Er blijven een aantal namen over.
Dijbeen
Heupbeen
Scheenbeen
Kuitbeen
Teenkootjes
Opperarmbeen
Voetwortelbeentjes
Middenvoetsbeentjes
Slide 13 - Drag question
4.2. De bouw van botten
Leg blz. 16 van je boek (deel B) open.
Leerdoel 4. Je kunt de bouw van beenweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven.
Leerdoel 5. Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
schooltv.nl
Slide 16 - Link
4.2. De bouw van botten
Veranderingen in beenweefsel.
Slide 17 - Slide
Wat is zachter, beenweefsel of kraakbeenweefsel?
A
Beenweefsel
B
Kraakbeenweefsel
Slide 18 - Quiz
Wie heeft meer lijmstof, een baby of een bejaarde?
A
Een baby
B
Een bejaarde
Slide 19 - Quiz
Wie heeft bij het vallen meer kans op een botbreuk? Een kind of een bejaarde?
A
Een kind
B
Een bejaarde
Slide 20 - Quiz
Anders dan bij de meeste vissen bestaat het skelet van een haai uit kraakbeen. Dat is iets zachter dan been, maar ook lichter en soepeler. Wat is voor de haai het voordeel van zijn kraakbeen skelet dan een beenskelet?
Slide 21 - Open question
Hoe komt het dat van haaien bijna geen fossiele skeletten zijn gevonden?
Slide 22 - Open question
Aan de slag
Huiswerk
BS 2 lezen en markeren
Maken opdracht 1 t/m 4
Leren afb. 1 + 3 (typen weefsels + schedel van een baby)