Paragraaf 14.1: Constant inwendig en uitwendig milieu

Welkom allemaal!
Pak je spullen:
  • Biologieboek
  • Schrift en pen 
  • Mobiel in de kluis!

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!
Pak je spullen:
  • Biologieboek
  • Schrift en pen 
  • Mobiel in de kluis!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Planning periode 3
  • Begin thema 14: Gaswisseling en Uitscheiding
  • Uitleg paragraaf 14.1: Constant inwendig en uitwendig milieu 

  • Zelfstandig werken aan paragraaf 14.1 




Slide 2 - Slide

Planning periode 3
  • Thema 14: Paragraaf 1 t/m 8
  • Voorstel toets: Dinsdag 4 maart

  • Examentraining
  • Welke onderwerpen willen jullie nog herhalen voor het examen?

  • PO Ecologie

Slide 3 - Slide

Thema 14
Gaswisseling
en
uitscheiding

Slide 4 - Slide

Paragraaf 14.1: Constant inwendig en uitwendig milieu

Slide 5 - Slide

Lesdoel

  1. Ik kan beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd. 

Slide 6 - Slide

Opslag
Uitscheiding

Slide 7 - Slide

Inwendige milieu
Weefselvloeistof en bloedplasma blijft gelijk

De huid, het maagzuur en slijmvliezen houden 
ziekteverwekkers tegen vanuit het uitwendige milieu

Slide 8 - Slide

Uitwendig milieu
Alles buiten het lichaam

Bacteriën, schimmels, virussen en stoffen

OOK longinhoud en darminhoud

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Alle organen samen zorgen voor een constant inwendig milieu

Slide 11 - Slide



- Het constant houden van het inwendig milieu vindt plaats door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.
- Hormonen, zintuigen en zenuwcellen spelen hierbij een belangrijke rol. 

Inwendig milieu
- De weefselvloeistof
- Het bloedplasma
Uitwendig milieu
- De omgeving om je heen
- Lucht in je longen
- Inhoud in je darmkanaal

Een constant inwendig milieu

Slide 12 - Slide

Constant inwendig milieu
Je lichaam probeert het inwendig milieu hetzelfde te houden (constant).
Alles waar je teveel van krijgt wordt uitgescheiden of opgeslagen.
Mag niet in het bloed blijven!

Als je tekort hebt gaat je lichaam de opgeslagen stoffen gebruiken.

Hormonen, zintuigen en zenuwcellen zijn belangrijk voor een constant inwendig milieu. Denk bv. aan insuline.

Slide 13 - Slide

Constant inwendig milieu
  • Zintuigen 
gevoelszenuwen registreren of het inwendig milieu te veel of te weinig van iets bevat
  • Zenuwstelsel
Geeft signalen door
  • Hormonen
Geven instructies aan organen om stoffen op te slaan of uit te scheiden

Slide 14 - Slide

Constant inwendig milieu
  • De hoeveelheid verschillende stoffen in je bloed is steeds ongeveer gelijk.
  • Als er te veel van een stof in je bloed zit, kan je lichaam de stof opslaan
  • Vet wordt bijvoorbeeld opgeslagen onder de huid en in het gele beenmerg

Slide 15 - Slide

Lesdoel check!
Kan ik:

- beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd?

Slide 16 - Slide

Wat is GEEN inwendig milieu?
A
Bloed
B
Lymfe
C
Weefselvloeistof
D
Blaas

Slide 17 - Quiz

Bij het inwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 18 - Quiz

Welke onderdelen vallen onder het inwendige milieu? En welke onder het uitwendige milieu? Sleep naar het juiste vak!
Inwendig milieu
Uitwendig milieu
In de mond
Bloedplasma
In de blaas
In de darmen
Weefselvloeistof
lucht in long

Slide 19 - Drag question

De afbeelding gaat over de mens. Je ziet hoe stoffen worden uitgewisseld tussen uitwendig milieu, inwendig milieu en de opslag in organen.

4 processen in het menselijk lichaam zijn.





Sleep de processen naar het juiste nummer in de afbeelding
reserves aanvullen
reserves opnemen
uitscheiden
voedsel opnemen

Slide 20 - Drag question

Je gaat sporten. Welke stoffen worden uit het uitwendig milieu opgenomen om tekorten te voorkomen?

Slide 21 - Open question

Welke stof wordt opgeslagen vanuit het inwendige milieu in het uitwendige milieu?

Slide 22 - Open question

Huiswerk
Wat:
 Paragraaf 14.1: opdrachten 1 t/m 7
Hoe:
Alleen of in tweetallen (fluisteren!)

Hulp nodig? Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? maak een samenvatting en een begrippenlijst van paragraaf 14.1
timer
20:00

Slide 23 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 24 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 25 - Slide