5.2, 5.2 en 5.4. Werk, God en veilig, maar wel vies!


De Middeleeuwen

5.2 Werken  in de stad
5.3 Een leven voor God
5.4 Veilig maar vies!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


De Middeleeuwen

5.2 Werken  in de stad
5.3 Een leven voor God
5.4 Veilig maar vies!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze lessenreeks...

  • ken je de begrippen , ambacht, gilde en Hanze , kathedraal, bisdom, belegering en de Pest (R).

  • kun je herkennen en uitleggen hoe mensen leefden en werkten in Middeleeuwse steden en hoe zij hun geloof in God lieten zien.  Je kan ook vertellen waarom steden veilig maar vies waren. (T1)

  • kun je oorzaken en gevolgen voor het ontstaan van nieuwe beroepen en handel in steden uitleggen. (T2)

  • kun je herkennen en uitleggen hoe steden invloed hadden op de Middeleeuwse wereld (I).

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
1000: Vanaf het jaar duizend ontstaan er grotere steden in Europa, dit gebeurt langs handelsknooppunten!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.

  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster.

  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten.

  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
Op de jaarmarkt werd van alles verkocht: kleding, varkens, graan, potten, etc. Op de afbeeldingen zie je sommige van de producten terug. Je ziet ook goed dat de handelaren mooie kleding hadden, zij werden steenrijk van de handel!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.

  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn.

  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!

  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten.

  • Door die rijkdom en stadsrechten werden handelaren vaak belangrijker dan de adel!
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling
van steden


  • De steden ontstonden pas in de
    late middeleeuwen.

  • In de stad is het ook onveilig door ziektes als de pest en kans op brand.

  • Wat zag je als je een middeleeuwse stad binnen ging?
Steden in de middeleeuwen waren bijna helemaal van hout. Alleend de kerk, muren en huizen van de rijken waren van steen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Werk!
  • In de stad waren mensen geen boer; zij gingen zich specialiseren.
  • De nieuwe beroepen noemen wij ambachten.
  • Voorbeelden van ambachten zijn: bakkers, schoenmakers en zilversmeden.
  • Om ruzie en concurrentie te voorkomen moesten ambachtslieden horen bij een gilde.
  • Een gilde is een vereniging van ambachtslieden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke beroepen had een Middeleeuwse stad bijvoorbeeld?
A
Lakenververs, brouwers & wapensmeden
B
Electriciens, postbezorgers & slagers
C
Truckers, Instragrammers & visers
D
Molenaars, mandenvlechters & ververs

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Gilde
  • Ontstaan als vrijwillige organisatie in de steden
  • Vanaf de 14e eeuw werd lidmaatschap verplicht
  • Een gilde stelde regels op die alle ambachtslieden moesten volgen
  • Een gilde zorgde voor de opleiding van nieuwe leden
  • Een gilde zorgde voor prijs-kwaliteitcontrole, hulp bij ziekte en maakte  afspraken over prijzen en salaris.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Wat zijn rechten en plichten van Gilden?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Lid worden
  • Je moest eerst als jonge jongen in leer bij een meester. Dit deed je gratis voor eten en onderdak.
  • Na een tijdje mocht je in dienst voor een salaris.
  • Als je zelf meester wilde worden en je eigen zaak wilde openen moest je een meesterproef afleggen; een examen!
  • Kwam je uit een andere stad? Ook dan moest je eerst lid worden!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn voor- en nadelen van Gilden?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De Hanze
  • Naam van een handelsnetwerk tussen verschillende steden en gebieden in Noord-Europa.
  • Steden maakten regels en afspraken over handel om veiligheid te verbeteren en concurrentie te verminderen.
  • Veel Nederlandse, Duitse, Engelse en Scandinavische steden waren lid van de Hanze.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn voordelen van concurrentie voorkomen?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

En God in de stad?
  • Ook in de late Middeleeuwen geloofden mensen sterk in God en leven na de dood.
  • Alleen goede Christenen gingen naar de hemel. Ziektes en hongersnood waren straffen van God!
  • Steden betaalden graag voor de bouw van een Kathedraal. Kathedralen zijn grote kerken en het centrum van geloof in een bisdom (gebied van een bisschop).
  • Kathedralen werden gebouwd in verschillende kunststijlen zoals de Gothiek.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Kathedraal
  • Duurde soms tot wel 100+ jaren om te bouwen!
  • Grootste gebouw in de Middeleeuwse wereld.
  • Vereiste gigantisch veel materiaal.
  • Was de heiligste plek in het hele Bisdom.
  • Symbool van de macht van de Kerk en rijkdom van de stad!
  • Kenmerken Gothische bouwstijl: Hoge torens, spitse bogen en grote ruimtes en veel versieringen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Veilig!
  • Veel steden bouwden muren om zichzelf te verdedigen tegen aanvallers.
  • Koningen en Adel gaven steden daarvoor rechten. Muren zijn belangrijk! Een stad aan je zijde is handig in oorlog.
  • Een vijandelijk leger moest een stad dan belegeren. Dit betekend dat de aanvallers met het leger om de stad moesten gaan zitten zodat niemand naar binnen of naar buiten kon!
  • Muren verslaan was moeilijk. Daarom werden katapulten en buskruit wapens steeds belangrijker op het slagveld.
  • De bewoners moesten een belegering wel winnen. Als zij verloren werd de stad vaak geplunderd en veel bewoners vermoord.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Noem kenmerken van Middeleeuwse belegeringen die je uit de bron kan halen

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Maar vies..
  • Alles in een stad was krap. Mensen en dieren woonden dicht op elkaar
  • Steden waren vies omdat er weinig riolering was en geen vuilnisdienst.
  • De slechte riolering en het vuil trok veel ongedierte aan (ratten en muizen).
  • Juist de ratten hielpen in de 14e eeuw (+/- 1350) de pest te verspreiden


Slide 23 - Slide

Bron: onbekend. Titel: Middeleeuwse huiskat jaagt op ratten
De pest
  • Tussen 1346 en 1353 werd Europa getroffen door een pestepidemie.
  • De pest kwam via handelsroutes in Europa aan. Steden werden het hardst geraakt.
  • Slachtoffers konden tussen al vanaf 3 uur na besmetting symptomen tonen.
  • Zieken kregen vaak zwarte builen en stierven kort erna.
  • Ongeveer 1/3 van de Europeanen overleed aan de pest.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Welk gevoel krijg jij bij de Zwarte dood?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Probeer jezelf te verplaatsen in een Middeleeuwer: welke gevoelens hadden zij misschien wel bij de Zwarte dood?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Hoe werden mensen geinfecteerd door de Zwarte Dood?
A
Bacterie -> bloed rat -> vlo -> mens
B
Bloed rat -> bacterie -> mens -> vlo
C
bacterie -> vlo -> bloed rat -> mens
D
mens -> bloed rat -> vlo -> bacterie

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verspreidde de Zwarte dood zich naar Europa?
A
De ratten gaan mee via handelsroutes
B
Mensen verspreiden de ziekte
C
Zomaar
D
Vlooien reizen mee

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Waarom verspreid de pest zich gemakkelijker in steden dan op het platteland?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welke stand in de Middeleeuwse samenleving had het hoogste percentage doden? Leg uit.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions