B3 biologie thema 3 BS 2 Bacteriën en schimmels

BS 2 Schimmels en bacteriën
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

BS 2 Schimmels en bacteriën

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een ééncellig organisme?
A
Een cel van een mens.
B
Eén cel die dood is.
C
Een levend organisme die bestaat uit 1 cel.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Bacteriën zijn altijd ééncellig?
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Schimmels kunnen ééncellig zijn?
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Is dit een ééncellig of meercellig organisme?
A
Eencellig
B
Meercellig
C
Driecellig
D
Heeft veel organen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ééncellige schimmel?
A
champignon
B
paddenstoel
C
gist
D
zowel a,b als c

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

BS 2 Schimmels en bacteriën

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bacteriën
- Bacteriën: zijn ééncellige organismen.

- Bacteriën hebben een celwand.

Wat hebben bacteriën niet?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting bacteriën 
Snelheid afhankelijk van:
  • Temperatuur
  • Voedsel
  • Soort bacterie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bacteriecel

Soorten bacteriën
Gemiddeld 10x kleiner dan dierlijke, plantaardige of schimmelcel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bacterie kolonie
Meerdere bacteriën bij elkaar. 
Te zien zonder microscoop

Met een wattenstaafje (met bacteriën) is zachtjes 
in de voeding gedrukt. 

De bacteriën delen, ze vermeerderen zich.
Je ziet hier verschillende bacterie kolonies.

Met een wattenstaafje (met bacteriën) is zachtjes in de voeding gedrukt en zijn er 'streepjes'  over de voeding getrokken.

De bacteriën delen, ze vermeerderen zich.

Je ziet bacterie kolonies (een kolonie wordt gevormd door heel veel bacteriën bij elkaar. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Nut en schade
Bacteriën zitten overal op en in je lichaam -> wel miljarden goede bacteriën. 

Ze helpen bij het verteren van voedsel.

Ze beschermen je tegen ziekteverwekkers. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nut en schade
Ook in de natuur zijn bacteriën erg nuttig. Ze ruimen, net als schimmels, dode resten van organismen op. 

Bereiden voedsel: yoghurt en zuurkool

Slide 13 - Slide

Ons voedsel bestaat ook uit resten van organismen, denk maar aan fruit, groenten en vlees. Hierop kunnen bacteriën erg goed leven. Daardoor kan voedsel bederven.
Nut en schade
Helaas kunnen sommige bacteriën ziektes zoals longontsteking, keelontsteking of oorontsteking veroorzaken. 

Deze ziekten kunnen we vaak goed bestrijden met antibiotica (gemaakt van de penseelschimmel)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Schimmel
Celkenmerken
Schimmels hebben een celkern
Ze hebben ook een celwand
Ze hebben geen bladgroenkorrels

Schimmels groeien vaak op vochtige plekken.

Ze bestaan uit lange, dunne draden die je schimmeldraden noemt.  

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Rijk van de schimmels
Opgebouwd uit schimmeldraden

Voortplanting via sporen 

Penseelschimmel --> sporen aan uiteinde schimmeldraden 

Paddenstoelen --> vrucht van schimmel --> sporen

Ééncellige schimmel = gist

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nut en schade
Schimmels kunnen zowel goed als slecht voor ons zijn:

GOED
--> Hebben een belangrijke rol gespeeld bij het maken van antibiotica (penseelschimmel)-penicilline .
--> Maken van brood en bier/wijn, champignons, schimmelkaas.
 --> Ruimen dierlijke en plantaardige resten op. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Nut en schade
Schimmels kunnen zowel goed als slecht voor ons zijn:

- SLECHT

--> Kunnen ons voedsel bederven
--> Kunnen voor ziektes zorgen zoals zwemmerseczeem en candida.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Reducenten
Bacteriën en schimmels
ruimen dode organismen
op. --> reducenten

Hierbij komen onmisbare
voedingsstoffen vrij voor 
de planten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe voorkom je voedselbederf?
Conserveren = het beschermen tegen voedselbederf

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Klaar?
Ga BS 2 lezen en maken opdrachten: 1, 2, 4, 5, 7, 9

Klaar? 
Heb je opdrachten BS 1 al gemaakt? 1, 2, 3, 4, 6

Slide 22 - Slide

This item has no instructions